les 1

Levensloop
  • fase voor je gaat werken
  • fase dat je werkt
  • fase dat je niet meer werkt 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Levensloop
  • fase voor je gaat werken
  • fase dat je werkt
  • fase dat je niet meer werkt 

Slide 1 - Tekstslide

Levensloop
  • fase voor je gaat werken
  • je kost de overheid geld
  • fase dat je werkt
  • je levert de overheid geld op
  • fase dat je niet meer werkt 
  • je kost de overheid geld

Slide 2 - Tekstslide

Levensloop
Opdrachten
1 t/m 9

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
a) het is geen echte schuld want je hoeft het niet terug te betalen. 
b) de uitgaven zijn bijvoorbeeld school, huisarts, ziekenhuis, brandweer en politie.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2
Dan kun je nog wat sparen (bijvoorbeeld voor de aanschaf voor een duur product)


In fase 3 heb je je AOW.
Opdracht 3

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
Geschoold werk
Ongeschoold werk
doktersassistente
postbode
elktricien
vakkenvuller
leraar economie
vuilnisman

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
Een opleiding kost geld (investering) die je later een hoger salaris (rendement) kan opleveren.


Het hoeft niet altijd zo te zijn, misschien is er een overschot van mensen met wat jij geleerd hebt....
Of bestaat het beroep tegen die tijd niet meer....
Opdracht 6

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 7
a) de ANW: algemene nabestaande wet
de AKW: algemene kinderbijslagwet
b) vergrijzing wil zeggen dat er steeds meer oudere mensen komen, hierdoor zullen de uitgaven van AOW toenemen
c) de AOW leeftijd verhogen of de uitkering verlagen

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 8
a) de AOW voor een alleenstaande is € 1.353,11 met heffingskorting, € 1.081,69 zonder deze korting 
de AOW voor een getrouwd stel is € 920,98 met heffingskorting, € 736,06 zonder deze korting
b) eigen mening, schrijf wel op waarom
c) zodat ze als ze met pensioen zijn ze een extraatje hebben

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 9
a) van 67 tot 83 jaar = 16 jaar pensioen
16 x 20.000 = € 320.000,-
van 22 tot 67 jaar = 45 jaar werken
320.000 / 45 = € 7.111,11

Slide 10 - Tekstslide