Domein E

Domein E
(boekje heden verleden toekomst)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Domein E
(boekje heden verleden toekomst)

Slide 1 - Tekstslide

Inkomsten levensfase
Studie: Beurs?
Werkzame leven: Je krijgt loon, die door meer ervaring steeds meer stijgt.
Pensioen: Je krijgt AOW en eventueel aanvullend gespaard pensioen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Uitgaven per levensfase
18-24: Lenen voor studie
24-65: kinderen, hypotheek op een huis
65+: je geniet van je oude dag, hopelijk lagere uitgaven

Slide 4 - Tekstslide

Gezinnen: Ruilen over tijd
Wanneer iemand leent, haalt hij consumptie naar voren. Je leent nu, betaalt dit later terug. 

Sparen: Je stelt je consumptie uit. 

!!NOEM ALTIJD HET VERSCHUIVEN VAN CONSUMPTIE!!

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld ruilen over tijd
Huis kopen --> Je haalt consumptie naar voren, leent daarvoor en betaalt dit in 30 jaar terug (hypotheek)
Studeren --> Nu leren, later meer consumptie

Slide 6 - Tekstslide

Waarom sparen of lenen?
Stand rente: Hogere rente zorgt voor meer besparingen, minder lenen
Inflatie --> spaargeld wordt minder waard. Consumenten willen consumeren
Consumentenvertrouwen --> Als er weinig vertrouwen is, koopt men minder, dus spaart men meer
Laagconjunctuur --> mensen zijn voorzichtig en sparen eerder. 

Slide 7 - Tekstslide

Sparen en lenen
Sparen legt beslag op de consumptie en dus ook de productie in de toekomst
Lenen legt beslag op de huidige consumptie en dus ook op de productie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Beleid overheid
Schuld van de overheid: Jarenlang meer uitgaven dan inkomsten.

Dit kost uiteraard rente, waardoor de schuld nog meer kan stijgen.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Uitgestelde belasting
Schuld moet worden terugbetaald

Overheid heeft geld nodig om dat te kunnen betalen. Wie gaat zorgen voor die inkomsten? Juist, de burgers. 

In de toekomst dus meer belasting= uitgestelde belasting. 

Slide 13 - Tekstslide

Inkomsten overheid

Slide 14 - Tekstslide

Inkomsten overheid 
Stroomgrootheden --> worden gemeten over een bepaalde periode. 

Loonbelasting wordt bijv. betaald over een periode van een jaar. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor inkomsten heeft de overheid? Zoveel mogelijk noemen

Slide 16 - Woordweb

Overheidsontvangsten
Directe belastingen --> Betaal je direct, over je loon
Indirecte belastingen --> BTW, gaat eerst naar de winkel, daarna overheid
Sociale premies --> Werkenden betalen premies aan overheid voor bijv. AOW en WW

Overig --> Inkomsten staatsloterij, boetes, ...

Slide 17 - Tekstslide

Uitgaven overheid
Subsidies --> Cultuur, projecten, zonnepanelen..
Overheidsconsumptie --> Betalen van ambtenarensalarissen, kosten gebouwen overheid, printpapier, blabla 
Overheidsinvesteringen --> Investeren wegen en dijken, defensie, onderwijs
Overdrachtsuitgaven --> Uitkeringen aan mensen die werkloos zijn


Slide 18 - Tekstslide

Benoem zoveel mogelijk uitgaven van de overheid

Slide 19 - Woordweb

Uitgaven overheid

Slide 20 - Tekstslide

Ruilen over tijd: Pensioen
Wanneer mensen 67 worden, hebben ze recht op:

AOW (Algemene ouderdomswet) --> Geldt voor elke Nederlander
Aanvullend pensioen --> Spaar je zelf voor bij een pensioenfonds

Slide 21 - Tekstslide

Omslagstelsel
AOW!

Werkende generatie betaalt premies
Mensen die 67+ zijn ontvangen dit geld.

Geld dat OMGESLAGEN wordt tussen generaties = omslagstelsel

Slide 22 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Je legt premie in bij een pensioenfonds. 

Fonds belegt dat geld

Bij 67+ krijg je elke maand pensioen (+AOW dus).
Als het slecht gaat met aandelen, is dat slecht voor de pensioenpot. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Problemen

Groep 67+ wordt steeds groter tov aantal werkenden
Oplossingen:
- Langer werken
- Premie omhoog
- Uitkering omlaag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video