2 Kunst en Cultuur module 2

DROMEN
K&C Module 2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

DROMEN
K&C Module 2

Slide 1 - Tekstslide

2 soorten dromen

- De 'film' die je ziet als je slaapt, waarin je verwerkt wat je overdag hebt meegemaakt. Je hebt er geen invloed op. Het is soms gek en onwerkelijk. 

- Dromen terwijl je wakker bent, over wat je later wilt worden of over hoe de toekomst eruit gaat zien. Je kunt je fantasie dan gebruiken om je dromen in te vullen.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord DROMEN?

Slide 3 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord FANTASIE?

Slide 4 - Woordweb

Fantasie
  • De mogelijkheid om dingen te verzinnen die niet echt zijn; verbeeldingskracht
  • Tegenstelling: de realiteit
  • Met veel fantasie kun je onrealistische dingen bedenken en vaak ook verbeelden (in beeld brengen). 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is fantasie belangrijk om kunst te maken? (overleg met je groepje en voer 1 antwoord in)

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verschil tussen dromen en fantasie? (overleg met je groepje en voer 1 antwoord in)

Slide 7 - Open vraag

Symbolisme

- Paul Gauguin 
- Visioen na de preek 
- 1888

Het schilderen van visioenen en daarmee het verbeelden van dromen.

Slide 8 - Tekstslide

Constructivisme

- Vladimir Tatlin 
- Model voor een gebouw 
- 1920

Dromen over een betere toekomst en vrede door middel van sterke constructies.

Slide 9 - Tekstslide

Futurisme

- Umberto Boccioni
- Unieke vormen van de continuïteit in de ruimte 
- 1913

Fantasie gebruiken om hun dromen over de toekomst te laten zien. 

Slide 10 - Tekstslide

De Stijl

- Piet Mondriaan 
- Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw 
- 1921

Dromen over een betere toekomst door je aan strenge regels te houden. 

Slide 11 - Tekstslide

Surrealisme

- Salvador Dali 
- De bekoring van Sint Antonius 
- 1946

Het letterlijk uitbeelden van je dromen, ook als er niets van klopt. 

Slide 12 - Tekstslide

Op-art

- Bridget Riley
- Beweging in vierkanten 
- 1961

Op-art speelt met optische illusies. Dat wil zeggen dat je ogen en je hersenen worden gefopt door de beelden die je ziet. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1 - Moodboard dromen
  1. Zoek zoveel mogelijk afbeeldingen en eventueel woorden die voor jou bij het thema dromen passen. 
  2. Maak hier een samenhangende collage van waaruit blijkt dat het thema “dromen” is. 
  3. Gebruik de begrippen/kunststromingen die zojuist genoemd zijn. 
  4. Begin met plaatjes zoeken in tijdschriften.
  5. Zoek ook plaatjes online als de tijdschriften niet toereikend zijn, gebruik verschillende zoektermen (ook Engels). Zet de afbeeldingen in een google doc, deel met de docent en laat ze printen. 

Heb je voldoende afbeeldingen en woorden?
  1. Maak een visueel interessant beeld met alle afbeeldingen
  2. knip plaatjes zoals jij dat wilt, laat het passen bij het thema en je ontwerp
  3. lijm de plaatjes zorgvuldig
  4. Vul het gehele blad en laat niets van de achtergrond zichtbaar. Gebruik eventueel kleur voor open plekjes. 
  5. werk op A3 papier
tijd -----> We werken hier alleen vandaag aan, zorg dat het af is. 


DREAMBOARD

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Les 2 - Surrealisme
In de beeldende kunst is er een hele belangrijke stroming, 
het surrealisme (vanaf 1924). 
Opdracht tijdens de video:
Schrijf begrippen op waarvan je denkt dat ze belangrijk zijn of woorden die je niet kent.  

Slide 16 - Tekstslide

Welke begrippen horen bij surrealisme?

Slide 17 - Woordweb

Automatisch tekenen of automatisme
De vormentaal van Miró verwijst naar een droomwereld. Het is een combinatie van onrealistische vormen en kleuren. Het lijkt onsamenhangend. Miró gebruikte geabstraheerde vormen. Toch zijn er delen in dit werk herkenbaar.

Wat kun je herkennen in dit werk?

Miró gebruikte het automatisch schilderen om tot zijn werken te komen. Dat betekent dat hij zijn werk gaandeweg liet ontstaan. Terwijl hij werkte koos hij ondoordacht vormen en kleuren. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Stap 1: Je krijgt een blaadje. Daarop maak je een lijntekening. Gebruik grote lijnen. Laat het gewoon ontstaan zonder achterliggend idee. (3 min)
Stap 2: Lever het blaadje in. Je krijgt willekeurig een blaadje van een klasgenoot. 
Stap 3: Ga op dit werk verder. Werk nu niet alleen met lijnen maar ook met vormen en texturen. (5 min)
Stap 4: Lever het blaadje in. Je krijgt willekeurig een blaadje van een klasgenoot. 
Stap 5: Voeg nog meer onderdelen toe aan het werk. 
Stap 6: Lever het blaadje in. Je krijgt je eigen blaadje van stap 1 weer terug. 

Belangrijk:
- Schrijf je naam op het eerste blaadje
- Doe op ieder blaadje je best, je wilt dat anderen dat ook op jouw blaadje doen. 
- Denk aan dromen en gebruik je fantasie, maar zorg dat je vooral geen voorop gezet plan hebt. Je gaat 'professioneel doedelen'. 
- Je mag zelf kiezen welk materiaal je gebruikt. Op ieder groepje liggen een aantal opties zoals pennen, stiften, potloden etc. 

Slide 19 - Tekstslide

Les 3 - Gedichten
Dromen - Constantijn Huygens

Ik denk overdag alsof ik droomde, ik droom ’s nachts alsof ik zag.
Was het ‘s nachts zo donker niet, en niet zo licht bij dag,
ik zag moeilijk uit de droom van deze droom te komen:
of mijn droom denken is, of mijn gedachten dromen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Mini opdracht (5min)
We willen allemaal dat onze dromen werkelijkheid worden toch? Schrijf je droom of een fantasie (bijv. een hond met schapenkrullen) op. Je mag best uitgebreid zijn. Je hoeft het niet te delen met iemand. Je moet wel bewaren wat je hebt opgeschreven. 

Slide 22 - Tekstslide

Les 4
Zojuist heb je een droom opgeschreven. Om deze droom werkelijkheid te laten worden maken we een machine die dit kan, het is een fantasie machine! Aan een kant moet de droom erin gestopt worden zodat de droom aan de andere kant werkelijk kan worden. Voordat de droom werkelijk kan worden moet de droom door een aantal stappen heen. Jullie ontwerpen de machine.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht - stap 1
Stap 1: Lees je droom nog eens door. Welke gekke, fantasie stappen moeten er worden gezet om die droom echt te maken? Schrijf een beginpunt, minstens 3 tussenstappen en een eindpunt op. 

Bijvoorbeeld: Een trechter waar de droom in gaat, een hakmolen om het klein te maken, een lijmbadje om het te binden, een hamer om het plat te slaan en een schuifdeur waar het eindresultaat zichtbaar wordt. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Stap 2
Na het opschrijven ga je het tekenen. Maak op een schetsblaadje een tekening van hoe je tekening er ongeveer uit moet komen te zien. 
Je maakt dus een schets van wat je in stap 1 hebt opgeschreven. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Stap 3
Als je schets klaar is ga je materialen verzamelen. 
  • Welke materialen kun je gebruiken voor jouw fantasiemachine? 
  • Zijn er bestaande vormen of materialen?
    (doppen bijvoorbeeld) 
  • En/of kun je uit karton/papier de vormen zelf maken?
  • Is er een kleurenthema waar je je aan wilt houden?

Slide 29 - Tekstslide

Stap 4 - Eindwerk
Je gaat je machine maken!

Denk aan de juiste materialen maar ook aan de manier waarop je het monteert. Moet alles gelijmd worden? Zijn er ook onderdelen die kunnen bewegen?

Hoe maak je het werk visueel aantrekkelijk en interessant?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video