-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. -Uitleg leerdoelen deze les. -Opdrachten maken. -Afsluiten met wat vragen.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Wat gaan we deze les doen?
-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. -Uitleg leerdoelen deze les. -Opdrachten maken. -Afsluiten met wat vragen.
Slide 1 - Tekstslide
Welke vragen waren lastig?
Er viel niet echt 1 vraag op en het was vrij goed gemaakt, dus geen klassikale bespreking. Heb je een vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks om uitleg via de chat.
Even kijken wat jullie nog weten.
Slide 2 - Tekstslide
Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-
Slide 3 - Quizvraag
Geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Bibi heeft blauwe ogen. Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?
A
De iris.
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies
Slide 5 - Quizvraag
Welke van deze delen kunnen het netvlies tegen te fel licht beschermen?
A
De iris en de oogleden met wimpers
B
De lens en de oogleden met wimpers
C
Het hoornvlies en de iris
D
Het hoornvlies en de lens
Slide 6 - Quizvraag
Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp... Hoe nomen we dit?
A
Een lui oog
B
Een dun oog
C
Een bijziend oog
D
Een verziend oog
Slide 7 - Quizvraag
Welk onderdeel van het oog komt een lichtstraal het eerst tegen als deze het oog in 'valt'?
A
Pupil
B
Lens
C
Hoornvlies
D
Netvlies
Slide 8 - Quizvraag
De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog
Slide 9 - Quizvraag
Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang
Slide 10 - Quizvraag
In welk deel van het oor worden prikkels omgezet in impulsen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorzenuw
C
Slakkenhuis
D
Gehoorbeentjes
Slide 11 - Quizvraag
Leerdoelen deze les.
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Slide 12 - Tekstslide
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
De bouw van het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg.
Zenuwen: Verbinden CZ met alle lichaamsdelen.
Slide 13 - Tekstslide
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
De werking van het zenuwstelsel
Impulsen worden naar de hersenen geleid.
Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel.
Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren. (Klier maakt bepaalde stoffen, denk bijvoorbeeld aan speeksel)
Uitleg bij het plaatje.
Slide 14 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam en uitlopers
Slide 15 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwcellen
Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij CZ
Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam
Uitlopers kunnen heel lang zijn!
Slide 16 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw met een dun laagje tussen de uitlopers (isolatie)
Om de uitlopers nog een stevige laag voor de bescherming.
Denk maar aan een telefoondraad.
Slide 17 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwen
Delen van hoofd en hals zijn direct verbonden met de hersenen.
Romp en ledematen zijn door zenuwen in het ruggenmerg verbonden met de hersenen.
Ruggenmerg is omgeven door wervels.
Ruggenmerg en hersenen horen bij het centrale zenuwstelsel.
Slide 18 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
De weg die impulsen afleggen
Zenuwen kunnen wel een meter lang zijn.
Impulsen worden heel snel voort geleid.
Slide 19 - Tekstslide
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Bewuste reactie:
Impuls gaat eerst naar je hersenen, je wordt je bewust en je reageert.
Volgende les de reflex.
Slide 20 - Tekstslide
timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van thema 5 basisstof 4
-Te maken: Basisstof 4 opdr 1 t/m 6 (vwo 1 t/m 9) -De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Te oefenen met de flitskaarten.
-De test jezelf te maken.
-De filmpjes aan het eind van deze lessonup te bekijken.
Laatste 10 minuten doen we klassikaal een afsluiting met wat vragen en extra uitleg.
Zorg dat dit volgende les af is.
Slide 21 - Tekstslide
Afsluiting.
Een paar (4) vragen ter afsluiting en dan nog wat dia's met extra informatie.
Slide 22 - Tekstslide
Als je bewusteloos bent, verwerken je grote hersenen impulsen
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quizvraag
Prikkels worden in zintuigen omgezet in impulsen
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Zet in meest logische volgorde: -impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie
Slide 25 - Quizvraag
Hoe noem je de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Algemeen zenuwstelsel
B
Vitaal zenuwstesel
C
zenuwstelsel
D
Centraal zenuwstelsel
Slide 26 - Quizvraag
Extra uitleg.
De volgende dia's bevatten filmpjes met extra informatie over het zenuwstelsel.
Je kunt ze gebruiken als iets nog niet duidelijk is of je wilt het nog eens op een andere wijze horen en zien.