paragraaf 2.2 mavo (2/3)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

           BLZ. 46 lezen

Slide 3 - Tekstslide

Consumentenrecht
Als consument heb je minder kennis, geld en macht dan de producent. 
Het consumentenrecht beschermt deze zwakkere positie van de consument.

In dit recht staan wetten en regels waar een product aan moet voldoen. (Voldoet het product dan is het een deugdelijk product.)
  • Dit recht geldt niet als ik van een particulier koop (KNELPUNT - verwarring particuliere sector)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ben je beschermd door het consumentenrecht?
A
Op een rommelmarkt
B
In een winkel
C
Via marktplaats
D
Kopen van een vriend

Slide 5 - Quizvraag

Geldt het Consumentenrecht ook als je iets koopt via Marktplaats?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Consumentenrecht - BLZ. 47
(4 belangrijkste wetten)

  • Warenwet 
  • Wet productaansprakelijkheid
  • Wet koop op afstand
  • Colportagewet

Slide 7 - Tekstslide

De warenwet is
A
De mensen die voedsel controleren
B
De mensen die de waarde controleren van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 8 - Quizvraag

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet Koop op afstand
C
Colportagewet
D
Wet Productaansprakelijkheid

Slide 9 - Quizvraag

Twee weken na aankoop van een nieuwe wasmachine, lekt deze water bij de deur. Hierdoor ontstaat er voor € 800 waterschade aan de houten vloer van Tessa en Kai.
Volgens welke wet moet de fabrikant de kosten van deze gevolgschade betalen?

A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 10 - Quizvraag

Bruno is vader van drie kinderen en heeft aan de deur kinderpostzegels gekocht t.w.v. €22.50.
Na acht dagen heeft hij spijt. Kan hij de koop terugdraaien?
A
Ja. Hij is handelingsonbekwaam.
B
Ja. Hij richt zich op de colportagewet.
C
Ja. Hij richt zich op de Wet koop op afstand.
D
Nee. De koop is gedaan en hij is handelingsbekwaam.

Slide 11 - Quizvraag

Mandy haalt eten bij de snackbar en vindt dat de hygiënische omstandigheden daar slecht zijn. Mandy dient een klacht in. Welke wet wordt hier misschien overtreden?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 12 - Quizvraag

Myrthe van 18 voelt zich niet lekker maar sluit op straat een telefoonabonnement af van €100. Mag zij deze koop na 5 dagen ongedaan maken?
A
Ja, op grond van de Colportagewet
B
Nee, ze is handelingsbekwaam
C
Ja, ze is handelingsonbewaam
D
Nee, ze is 18 en volwassen volgens de wet.

Slide 13 - Quizvraag

Janneke heeft via internet een broek gekocht. De broek valt tegen en ze wil de broek terug sturen. Volgens welke wet heeft Janneke recht om de spijkerbroek binnen 7 dagen terug te sturen?
A
Wet product aansprakelijkheid
B
Warenwet
C
Colportagewet
D
Wet Koop op afstand

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer geldt de colportagewet niet?
A
Verkoop aan de deur
B
Verkoopdemonstratie
C
Gekocht op internet
D
Thuisverkoop

Slide 15 - Quizvraag

Je koopt een serie kinderboeken van een verkoper aan de deur. De boeken kosten € 65,-. Je bedenkt je en wil je geld terug na 4 dagen. Via welke wet kun je je geld terugkrijgen?
A
Wet Product-aansprakelijkheid
B
Wet koop op afstand
C
Warenwet
D
Colportagewet

Slide 16 - Quizvraag

De olielamp die je hebt gekocht begint na een week te lekken en er ontstaan vlekken op jouw vloerkleed.
A
Warenwet
B
Wet koop op afstand
C
Colportagewet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 17 - Quizvraag

Instanties die controleren
Omdat bedrijven houden zich niet altijd aan de regels.
  • Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
  • Autoriteit Consument en Markt (ACM)
  • De Geschillencommissie

Slide 18 - Tekstslide

Als het consumentenrecht wordt overtreden kun je naar verschillende instanties. Bij welke instantie kun je NIET je recht halen?
A
NVWA
B
ACM
C
NIBUD
D
Geschillencommissie

Slide 19 - Quizvraag

De NVWA controleert of men zich houdt aan de ...
A
Colportagewet.
B
Warenwet.
C
Wet koop of afstand.
D
Wet productaansprakelijkheid.

Slide 20 - Quizvraag

Waar staat ACM voor?
A
Algemene Consumenten en Markten
B
Autoriteit Consument en Markt
C
Autoriteit Consumeren en Mensen
D
Algemene Consument en Mensen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide