consumentenrecht

consumentenrecht
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

consumentenrecht

Slide 1 - Tekstslide

Stel dat de wasmachine lekt en de koelkast daardoor kapot gaat. Op basis van welke wet is de fabrikant aansprakelijk voor de schade?
A
Veiligheidswet
B
Warenwet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet NVWA

Slide 2 - Quizvraag

Op de verpakking vind je informatie over het product. Dit staat geschreven in de ............
A
Warenwet
B
Wet product-aansprakelijkheid
C
Colportagewet

Slide 3 - Quizvraag

Als je iets aan de deur koopt, word je beschermt door de ......
A
Wet product-aansprakelijkheid
B
Wet koop op afstand
C
Colportagewet

Slide 4 - Quizvraag

Jaap verkoopt saté op een vrijmarkt. Hij bewaart de saté onvoldoende gekoeld.
Welke wet wordt overtreden?
A
Geen
B
De warenwet
C
De wet product-aansprakelijkheid
D
De colportagewet

Slide 5 - Quizvraag

Door een productiefout kan de batterij van een smartphone te heet worden.
Welke wet regelt dat de fabrikant de kosten van de eventuele schade moet betalen?
A
Geen
B
De warenwet
C
De wet product-aansprakelijkheid
D
De colportagewet

Slide 6 - Quizvraag

de wet product aansprakelijkheid houdt in dat:
A
de fabrikant alleen het product vergoed
B
de fabrikant alleen de schade vergoed
C
de fabrikant zowel en product als de ontstane extra schade vergoed

Slide 7 - Quizvraag

De ACM is een overheidsinstelling. Waar ziet de ACM onder andere op toe?
A
Dat bedrijven niet te duur, zodat de consument een eerlijke prijs betaalt.
B
Dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.
C
Dat producentenbelangen worden beschermd.
D
Dat consumentenbelangen worden beschermd.

Slide 8 - Quizvraag

Wat doet de nvwa?
A
Contoleren of alles netjes geverfd is binnen een bedrijf
B
Controleren of alles volgens de regels gaat binnen een bedrijf
C
Controleren of het personeel van een bedrijf niet zwart werkt

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer geldt de colportagewet niet?
A
Verkoop aan de deur
B
Verkoopdemonstratie
C
Gekocht op internet
D
Thuisverkoop

Slide 10 - Quizvraag

12. Wat is het doel van de wet Koop op afstand
A
De klant beschermen die een koop doet in de winkel
B
De klant beschermen die een aankoop doet op het internet
C
De klant beschermen die een koop doet op internet, fysieke winkel of social media

Slide 11 - Quizvraag

de colportagewet geldt als:
A
je voor minimaal 45 euro aan producten hebt gekocht
B
je voor minimaal 50 euro aan producten hebt gekocht

Slide 12 - Quizvraag

NVWA is de afkorting van
A
Een product dat goed is voor de gezondheid
B
Een product dat goed is voor het milieu
C
Een product dat beter is dan de wet vereist
D
Een product dat normaal functioneert

Slide 13 - Quizvraag

De warenwet is
A
De mensen die voedsel controleren
B
De mensen die de waarde controleren van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 14 - Quizvraag