schimmels, bacteriën en virussen

Doelen
  • De lln leggen de positieve en negatieve rol uit van de virussen, bacteriën en schimmels, in de natuur en in toepassingen voor de mens.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doelen
  • De lln leggen de positieve en negatieve rol uit van de virussen, bacteriën en schimmels, in de natuur en in toepassingen voor de mens.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bij een ... maakt een giftige stof in het eten je ziek. Deze giftige stoffen worden veroorzaakt door bacteriën of schimmels.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 4 - Quizvraag

Bij een ... zijn bacteriën, virussen of parasieten in het voedsel zelf de boosdoeners.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 5 - Quizvraag

Horen onderstaande voorbeelden bij een voedselvergiftiging of voedselinfectie?

Slide 6 - Tekstslide

Jan wordt ziek nadat hij vlees at op een bbq die te lang in de zon lag.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 7 - Quizvraag

Guustje at een paddenstoel uit het bos en werd heel erg ziek.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 8 - Quizvraag

boosdoeners van een voedselvergiftiging zijn dus giftige stoffen veroorzaak door:
- bacteriën
- schimmels 
 

De boosdoeners van een  voedselinfectie zijn dus:
- bacteriën
- virussen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Bacterie

Slide 11 - Tekstslide

Bacterie
Bacterien hebben als enige groep geen celkern.  

Bacterien zijn altijd eencellig. Dus ze bestaan altijd uit 1 enkele cel. 

Slide 12 - Tekstslide

Delen
Bacterien planten zicht voort door zich te delen. 

Dus van 1 naar 2. 
Van 2 naar 4. 
Van 4 naar 8.
Van 8 naar 16 etc. 

Slide 13 - Tekstslide

Nut van bacterien
We kunnen bacterien goed gebruiken. Denk aan melkzuurbacterien die yoghurt en kaas maken. 

Ook zuurkool wordt zuur door de bacterien die zijn toegevoegd. 

Slide 14 - Tekstslide

Darmmicrobioom
darmmicrobioom is het geheel van micro-organismen (bacterien en schimmels) dat zich in het maag-darmstelsel bevindt.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Antibiotica
Werken alleen tegen een bacteriële infectie!


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waartegen zijn antibiotica actief?
1. virussen
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
2. bacteriën
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
3. parasieten
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
4. schimmels
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
5. gisten
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
1. griep
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
2. verkoudheid
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
3. acute bronchitis
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
4. longontsteking
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
5. bacteriële hersenvliesontsteking
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Hoe lang moet je antibiotica gebruiken?
A
Tot je je beter voelt.
B
Steeds zo lang als voorgeschreven.

Slide 30 - Quizvraag

Wat doe je met het overschot van een antibioticakuur?
A
Terugbrengen naar de apotheker.
B
Bijhouden voor een volgende infectie.

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn resistente bacteriën?
A
Bacteriën die ons sterker maken.
B
Bacteriën die niet goed meer kunnen behandeld worden.

Slide 32 - Quizvraag