schimmels, bacteriën en virussen

Doelen
  • De lln leggen de positieve en negatieve rol uit van de virussen, bacteriën en schimmels, in de natuur en in toepassingen voor de mens.
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doelen
  • De lln leggen de positieve en negatieve rol uit van de virussen, bacteriën en schimmels, in de natuur en in toepassingen voor de mens.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is de verzamelnaam voor de levende deeltjes in het voedsel die je niet met het blote oog kan zien?
A
bacteriën
B
schimmels
C
micro-organismen

Slide 3 - Quizvraag

Met welk toestel is de onderzoekster aan de slag wanneer Nienke haar product wil controleren?
A
stethoscoop
B
telescoop
C
microscoop

Slide 4 - Quizvraag

Welke soort micro-organisme wordt niet vermeld in het filmpje?
A
Virus
B
Bacterie
C
Schimmel

Slide 5 - Quizvraag

Ons lichaam kan bedorven etensresten herkennen.
A
Juist
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Als je melkzuurbacterie toevoegt aan melk, krijg je schimmelkaas.
A
Juist
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Yoghurt ontstaat door melk dat gepasteuriseerd is.
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Salmonella

Slide 11 - Tekstslide

Legionella

Slide 12 - Tekstslide

Was het nu een voedselvergiftiging of een voedselinfectie?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bij een ... maakt een giftige stof in het eten je ziek. Deze giftige stoffen worden veroorzaakt door bacteriën of schimmels.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 15 - Quizvraag

Bij een ... zijn bacteriën, virussen of parasieten in het voedsel zelf de boosdoeners.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 16 - Quizvraag

Horen onderstaande voorbeelden bij een voedselvergiftiging of voedselinfectie?

Slide 17 - Tekstslide

Jan wordt ziek nadat hij vlees at op een bbq die te lang in de zon lag.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 18 - Quizvraag

Guustje at een paddenstoel uit het bos en werd heel erg ziek.
A
voedselvergiftiging
B
voedselinfectie

Slide 19 - Quizvraag

De boosdoeners van een voedselvergiftiging zijn dus giftige stoffen veroorzaak door:
- bacteriën
- schimmels 
 

De boosdoeners van een  voedselinfectie zijn dus:
- bacteriën
- virussen

Slide 20 - Tekstslide

Laatste single Dries Roelvink

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Er leven meer bacteriën in je mond dan er mensen op aarde zijn.
A
juist
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Een Petrischaaltje is een...
A
dop van de lens van een microscoop
B
andere benaming voor de spiegel van een microscoop
C
schaaltje om bacteriën op te kweken

Slide 25 - Quizvraag

Douchen zorgt ervoor dat alle bacteriën van het lichaam zijn verdwenen.
A
Juist
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Een broedstoof zorgt dat de bacteriën in de petrischaaltjes
A
afkoelen en hierdoor vermeerderen
B
opwarmen en hierdoor vermeerderen

Slide 27 - Quizvraag

In dit filmpje verwijst flora naar
A
schimmels met een bloemvormige structuur
B
de bacteriën in of op je lichaam

Slide 28 - Quizvraag

In aanraking komen met veel verschillende bacteriën zorgt voor een sterk immuunsysteem
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel % van de bacteriën zijn schadelijk voor onze gezondheid?
A
Alle bacteriën zijn ongezond. Het bestrijden van elke bacterie is daarom aan te raden
B
50%
C
10%
D
minder dan 1%

Slide 30 - Quizvraag

Bacterie

Slide 31 - Tekstslide

Bacterie
Bacteriën hebben als enige groep geen celkern.  

Bacteriën zijn altijd ééncellig. Dus ze bestaan altijd uit 1 enkele cel. 

Slide 32 - Tekstslide

Delen
Bacteriën planten zicht voort door zich te delen. 

Dus van 1 naar 2. 
Van 2 naar 4. 
Van 4 naar 8.
Van 8 naar 16 etc. 

Slide 33 - Tekstslide

Nut van bacterien
We kunnen bacteriën goed gebruiken. Denk aan melkzuurbacteriën die yoghurt en kaas maken. 

Ook zuurkool wordt zuur door de bacteriën die zijn toegevoegd. 

Slide 34 - Tekstslide

Darmmicrobioom
darmmicrobioom is het geheel van micro-organismen (bacteriën en schimmels) dat zich in het maag-darmstelsel bevindt.


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Antibiotica
Werken alleen tegen een bacteriële infectie!


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Waartegen zijn antibiotica actief?
1. virussen
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
2. bacteriën
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
3. parasieten
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
4. schimmels
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quizvraag

Waartegen zijn antibiotica actief?
5. gisten
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
1. griep
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
2. verkoudheid
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
3. acute bronchitis
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
4. longontsteking
A
ja
B
nee

Slide 48 - Quizvraag

Is het zinvol om antibiotica te gebruiken bij de volgende aandoeningen?
5. bacteriële hersenvliesontsteking
A
ja
B
nee

Slide 49 - Quizvraag

Hoe lang moet je antibiotica gebruiken?
A
Tot je je beter voelt.
B
Steeds zo lang als voorgeschreven.

Slide 50 - Quizvraag

Wat doe je met het overschot van een antibioticakuur?
A
Terugbrengen naar de apotheker.
B
Bijhouden voor een volgende infectie.

Slide 51 - Quizvraag

Wat zijn resistente bacteriën?
A
Bacteriën die ons sterker maken.
B
Bacteriën die niet goed meer kunnen behandeld worden.

Slide 52 - Quizvraag