Hartkloppingen

Hartkloppingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hartkloppingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn alarmsymptomen
bij hartkloppingen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen hartkloppingen kwaad?

Slide 4 - Woordweb

Hartkloppingen zijn meestal ongevaarlijk.
Je kunt er wel van schrikken als u ze voor het eerst krijgt. Neem dan contact op met de huisarts. De huisarts zal samen zoeken naar de oorzaak van de hartkloppingen.

Soms kunnen hartkloppingen wel gevaarlijk zijn (* zie sheet 33) 
Hoe ontstaan hartkloppingen?

Slide 5 - Woordweb

Hartkloppingen kun je krijgen door:
- Actief bewegen en sporten
- Grote hoogte (bijvoorbeeld in de
   bergen)
- Alcohol drinken
- Roken
- Gebruik van drugs (vooral cocaïne)
   koffie of andere dranken met cafeïne
  (cola, energydrank)
- Een vette maaltijd
- Pijn
- Emoties
- Stress
- Psychische klachten, zoals
  angstklachten zorgen over de   
  hartkloppingen. In deze situaties zijn de
  hartkloppingen vaak een normale
  reactie van uw lichaam.

Wanneer treedt er een levensbedreigende situatie op bij Hartkloppingen?
A
Als de patiënt ook kortademig erbij is.
B
Als het onregelmatig is en snel is ontstaan
C
Bij erge duizeligheid
D
Als het hart op hol is en er vegetatieve verschijnselen zijn

Slide 6 - Quizvraag

Bij te snel én vegetatieve verschijnselen U1
De andere genoemde is een U2, wel graag zo snel mogelijk beoordeling door huisarts. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartkloppingen kunnen ook komen door problemen in het lichaam, zoals:
  • Een te snel werkende schildklier
  • Longontsteking
  • Bloedarmoede
  • Een allergie
  • Een hartziekte of hartritmestoornis
  • Hoge bloeddruk
  • Diabetes (suikerziekte)
  • Sommige medicijnen (zoals prednison , medicijnen bij ADHD, sommige medicijnen tegen astma, sommige medicijnen voor de schildklier)


Slide 8 - Tekstslide

Een langzame hartslag kan te maken hebben met:
- Een goede lichamelijke conditie
  (sporthart)
- Sommige medicijnen (bijvoorbeeld bètablokkers)
- Een te langzaam werkende schildklier
- Een hartziekte
Wanneer bellen bij hartkloppingen?
 Direct bellen bij;
  • Een pijnlijk, drukkend gevoel in of op de borst. Het gaat niet weg na een paar minuten. (U1)
  • Hart gaat veel te snel ( hart op hol) en vegetatieve verschijnselen (U1)
  • Je bent er erg benauwd bij (U2)
  • hart gaat te snel (hart op hol) en een acuut begin (U2)
  • Je hebt een onrustig gevoel, bent misselijk, bleek en zweterig (U2)
  • Hevig duizelig en/of wegrakingen (U2)


Slide 9 - Tekstslide

Tussentijds advies: 
geen inspanning meer verrichten
Wanneer bellen met hartkloppingen?

Minder spoed (U3);

  • Als je voor het eerst hartkloppingen krijgt die niet overgaan als je een paar minuten rustig zit.

  • Als je ineens een heel onregelmatige hartslag krijgt: het hart klopt ineens sneller en dan ineens weer langzamer.

Slide 10 - Tekstslide

Tussentijds advies; niet teveel inspanning verrichten
Op welke manier uit zich hartkloppingen niet?
A
Pijn op de borst
B
Te snelle hartslag
C
Onregelmatige hartslag
D
Bonzende hartslag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer de Vries heeft last van hartkloppingen, zijn hart gaat veel sneller dan normaal. alsof zijn hart op hol slaat en meneer heeft hier nog last van, meneer heeft dit niet aan voelen komen. Meneer heeft geen vegetatieve verschijnselen en niet duizelig of kortademig. welke urgentie kan dit zijn?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Amoureus heeft last van hartkloppingen maar geen andere klachten. Geen snellere kloppingen, mevrouw voelt alleen kloppingen op haar borst toch vertelt zij dat zij nogal wat spanning ervaart omdat zij af gaat rijden. Hierdoor komt de assistente uit op een U5 in welk geval moet mevrouw absoluut terug bellen?
A
Als zij buikpijn krijgt
B
Als zij misselijk word
C
Als zij hoofdpijn krijgt
D
Als zij haar rijbewijs heeft gehaald.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casuïstiek klassikaal

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies