Les 6: Machtige heren, onvrije boeren (2)

Welkom

Pak je boeken, schrift, pen en wisbordje
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Pak je boeken, schrift, pen en wisbordje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H5 Monniken en ridders

  §5.3 Machtige heren, onvrije boeren (Deel 2)
Halfvrije boeren in een landbouwsamenleving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  1. Terugblik
  2. Uitleg Halfvrij op het domein (Deel 2)
  3. Aan de slag
  4. Afsluiting

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:
  1. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren.
  2. Uitleggen aan de hand van minimaal één voorbeeld wat het verschil is tussen het leenstelsel en het hofstelsel. 
  3. Uitleggen aan de hand van de standen welke sociale verhoudingen er waren in de vroege middeleeuwen.
  4. Uitleggen aan de hand van een voorbeeld welke handel er was.
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:
§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
Opdracht: 4, 7, 8, 9  

Slide 3 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4
Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van het hofstelsel?
A
Horigen moeten voor de heer op zijn land werken.
B
Horigen mogen niet naar een ander gebied gaan (zonder toestemming).
C
In het hofstelsel geeft de heer bescherming aan zijn horigen.
D
Een horige moet trouw sferen aan zijn heer voordat hij land krijgt.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman / Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Jachtrecht
  2. Molenrecht
  3. Recht om recht te spreken
Rechten van de heer (heerlijke rechten)
Plichten van de heer
  1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).
  2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen


Rechten van horigen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het domein:
  1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
  2. Wonen
  3. Gebruik maken van de weiden en bossen.

Rechten van horigen
Plichten van de heer
  1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.
  2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer.                                                                                                                                              
  3.  Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten. ,
               Bijvoorbeeld: wegen aanleggen, hekken bouwen/repareren, meehelpen op het land van de heer.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie sociale groepen
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (in dienst van de kerk) had privileges/heerlijke rechten
  2. De adel (in dienst van het bestuur) had privileges/heerlijke rechten
  3. De boeren (vrije boeren en horigen) kregen bescherming

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- In de tijd van monniken en ridders was er weinig handel.

- Domeinen waren autarkisch: zelfvoorzienend. 

- Dorestad (Nederland) was een uitzondering. 
Weinig handel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de plichten van horigen op het domein?
A
Belasting betalen en herendiensten verrichten.
B
Herendiensten verrichten en domein verlaten zonder toestemming.
C
Belasting betalen, herendiensten verrichten en domein niet verlaten zonder toestemming.
D
Alleen wonen en gebruik maken van de weiden en bossen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de drie standen in de middeleeuwen?
A
Kloosterlingen, ridders en handwerkslieden.
B
Koningen, prinsen en handelaren.
C
Boeren, ambachtslieden en handelaren.
D
Geestelijken, adel en boeren.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hofstelsel?
A
Een bestuurssysteem met koningen en prinsen.
B
Een economisch systeem met horigen op domeinen.
C
Een bestuurssysteem met leenheren en leenmannen.
D
Een economisch systeem met handelaren.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zag de handel er in de tijd van de monniken en ridders eruit?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

§5.3: Machtige heren, onvrije boeren
Opdracht:   1, 2, 3, 4, 7, 8, 9
WB: blz. 125 t/m 127
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Huiswerk:

Slide 20 - Tekstslide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.4 leven langs de Nijl
Opdracht 1 t/m 4