5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

                 5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

                 5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 1 - Tekstslide

§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Let op:
'Standen werken samen'
en
'Weinig handel'
is géén toetsstof!

Slide 2 - Tekstslide

Het was toegestaan om andere goden te vereren als je was bekeerd tot het christendom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Alle niet-christelijke gebruiken en goden noemen we ...

Slide 4 - Open vraag

Bonifatius en Wilibrord wilden zoveel mogelijk mensen bekeren tot het christendom, we noemen deze mensen:

Slide 5 - Open vraag

Bonifatius kwam oorspronkelijk uit
A
Nederland
B
Engeland
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 6 - Quizvraag

Bepaalde heidense feesten kregen een christelijk jasje
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Rond het jaar ... was bijna iedereen in West-Europa christelijk. (Vul een getal in)

Slide 8 - Open vraag

Belangrijke begrippen:
  • Horigen
  • Domein
  • Horigheid
  • Hof
  • Hofstelsel
  • Standen 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

                                Machtige heren, halfvrije boeren


  •  In de tijd van Monniken en Ridders was er weer een Landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving

  •  Onzekerheid en onveiligheid, waardoor boeren zekerheid en bescherming zochten bij machtige heren. 

  •  In ruil voor de bescherming verloren de boeren een deel van hun vrijheid en werden horigen

Slide 11 - Tekstslide

                                                    Het hofstelsel


  •  Horigen: halfvrije boeren die hoorden bij het gebied van de heer.


  • Horigheid: de onvrijheid van de horigen. 


  •  Domein: het gebied van een heer. 


Slide 12 - Tekstslide

Hofstelsel
Boeren

Slide 13 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren

Slide 14 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 15 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
Boeren

Slide 16 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 17 - Tekstslide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?

Slide 20 - Open vraag

                   Rechten van de heer (heerlijke rechten)


1. Jachtrecht


2. Molenrecht


3. Recht om recht te spreken

Slide 21 - Tekstslide

                                 Plichten van de heer

1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).








2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.

Slide 22 - Tekstslide

                                   Rechten van de horigen



Op het domein:

1. Akkerbouw en veeteelt verrichten

2. Wonen

3. Gebruikmaken van de weiden en bossen

Slide 23 - Tekstslide

                             Plichten van de horigen


1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.


2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer. 


3. Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten. 

Slide 24 - Tekstslide

Drie sociale groepen
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (in dienst van de kerk) had privileges/heerlijke rechten
  2. De adel (in dienst van het bestuur) had privileges/heerlijke rechten
  3. De boeren (vrije boeren en horigen) kregen bescherming

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De eerste stand:

Slide 27 - Tekstslide

De tweede stand:

Slide 28 - Tekstslide

De derde stand:

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Werk je planningen in je online werkboek bij
  • §5.2 moet voor volgende les af zijn
  • §5.3 staat ook al klaar
  • Vergeet niet eerst de paragraaf goed door te lezen en samen te vatten! 

Slide 30 - Tekstslide

                                   3 sociale groepen 


1. Geestelijken (zij die bidden)

2. Edelen (zij die vechten) 

3. Boeren (zij die werken)


Slide 31 - Tekstslide

Wat wordt hiermee bedoeld? Welke begrippen horen hierbij?

Slide 32 - Tekstslide

Weinig handel


- In de tijd van monniken en ridders was er weinig handel.

- Domeinen waren autarkisch: zelfvoorzienend. 

- Dorestad (Nederland) was een uitzondering. 

Slide 33 - Tekstslide

                  Nog een aantal belangrijke vragen 

Slide 34 - Tekstslide

Waardoor moesten de domeinen noodgedwongen autarkisch zijn?

Slide 35 - Tekstslide

Wat zien we hier precies? Wie is de leenman? Wat ontvangt hij? 

Slide 36 - Tekstslide