Tv Groep 5 thema 3
Maak een goede zin in de gebiedende wijs.
......staan!
......staan!
A
gaan
B
ging
C
ga
D
gaat
1 / 12
Onderdelen in deze les
Maak een goede zin in de gebiedende wijs.
......staan!
......staan!
A
gaan
B
ging
C
ga
D
gaat
Slide 1 - Quizvraag
Maak een goede zin in de gebiedende wijs.
......de raam!
......de raam!
A
open
B
openen
C
opende
D
opent
Slide 2 - Quizvraag
Maak een goede zin in de gebiedende wijs.
......antwoord!
......antwoord!
A
geeft
B
geef
C
gaf
D
geven
Slide 3 - Quizvraag
Vul de juiste leestekens in.
Hoe laat kom je terug
Hoe laat kom je terug
A
.
B
?
C
!
Slide 4 - Quizvraag
Vul de juiste leestekens in.
Hiep,hiep, hoera
Hiep,hiep, hoera
A
.
B
?
C
!
Slide 5 - Quizvraag
Vul de juiste leestekens in.
Kim leest een boek
Kim leest een boek
A
.
B
?
C
!
Slide 6 - Quizvraag
welke trap van vergelijking is correct. kies uit!
A
lenig-leniger-lenigst
B
lenig-lenigst-leniger
C
leniger-lenig-lenigst
Slide 7 - Quizvraag
welke trap van vergelijking is correct. kies uit!
A
koeler - koel- koelst
B
koelst-koeler-koel
C
koel-koeler-koelst
Slide 8 - Quizvraag
welke trap van vergelijking is correct. kies uit!
A
snel-snelst-sneller
B
snel-sneller-snelst
C
sneller-snelst-snel
Slide 9 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van de trap van vergelijking.
de banaan en de kiwi zijn ........ maar de aardbei is zoeter.
de banaan en de kiwi zijn ........ maar de aardbei is zoeter.
A
zoet
B
zoeter
C
zoetst
Slide 10 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van de trap van vergelijking.
De school is best groot, maar de flat is nog veel........
De school is best groot, maar de flat is nog veel........
A
grootst
B
groter
C
groot
Slide 11 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van de trap van vergelijking.
ik vind de taart lekker, maar het ijsje vind ik het
ik vind de taart lekker, maar het ijsje vind ik het
A
lekker
B
lekkerder
C
lekkerst
