G1A 05/03/2021 (tussen-n in samenstellingen)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

G1A

5 maart 2021

Vandaag

• Huiswerk nakijken 
  
• Werkwoordspelling 
  
• Tussen-n in samenstellingen 
  

Opdracht 21 (blz. 180)

1 Zij – enkelvoud – derde persoon, onderwerpsvorm

 haar – enkelvoud – derde persoon, voorwerpsvorm

2 zij – enkelvoud – derde persoon, onderwerpsvorm

 ze – meervoud – derde persoon, voorwerpsvorm

 jullie – meervoud – tweede persoon, voorwerpsvorm

3 u – enkelvoud – tweede persoon, onderwerpsvorm

 ons – meervoud – eerste persoon, voorwerpsvorm

 hem – enkelvoud – derde persoon, voorwerpsvorm

4 Het – enkelvoud – derde persoon, onderwerpsvorm

 mij – enkelvoud – eerste persoon, voorwerpsvorm

 hen – meervoud – derde persoon, voorwerpsvorm

Morgen ... (presenteren) Remco de resultaten van zijn onderzoekje aan zijn klasgenoten.

Mijn mentor heeft me ... (benaderen) met de vraag of ik klassenvoorzitter wil worden

... (vinden) jij ook dat ouders langs de lijn op het sportveld wat rustiger aan moeten doen?

Over enkele maanden ... (verhuizen) mijn oom met zijn hele gezin naar de Verenigde Staten

Elke plant die aan haar zorg wordt ... (toevertrouwen), legt binnen enkele weken het loodje.

Na de overwinning ... (dansen) de supporters van het winnende team in de straten.

Weet je zeker dat dat woord zo juist is ... (spellen)?

Toen mijn neef eindelijk uitgefeest was, ... (stichten) hij al snel een gezinnetje met zijn vriendin.

Samenstelling met tussen -n

Samenstelling met tussen -n

Uitzonderingen: 

• Als het eerste deel iets unieks is
  
• Als het eerste deel geen meervoud heeft
  
• Als het eerste deel een versterkend woord is (reuzegoed, stekeblind)
  
• Als de samenstelling een versteende uitdrukking is
  

Is het groentesoep of groentensoep?

1. Groentesoep
2. Groentensoep

Is het maneschijn of manenschijn?

1. Maneschijn
2. Manenschijn

Is het tomatesap of tomatensap?

1. Tomatesap
2. Tomatensap

Huiswerk

Dinsdag 9 maart 2021:

• Maken: opdracht 24 + 26 + 27 (blz. 181/182/183/184)
  
• Leren: tussen-n en werkwoordspelling