4V 2.5 DNA en de celcyclus

2.5 DNA en de celcyclus
Deze les:
- Afronden 2.4 Transcriptie/Translatie
- 2.5 Celcyclus en celdeling (mitose)

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.5 DNA en de celcyclus
Deze les:
- Afronden 2.4 Transcriptie/Translatie
- 2.5 Celcyclus en celdeling (mitose)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Oefeningen bij 2.4
1. Wat is de tegenoverliggende streng van deze DNA matrijsstreng?
AAT GAC TCC GCA TTG AGT

2. Dit is de coderende DNA-streng van een gen, wat is de RNA code?
TTT - GCA - ATG - TCG - AAC - CAT - TGG - TGA - AAG - GGA

3. Wat is de aminozuurvolgorde van dit eiwit? 


Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
1. Wat is de tegenoverliggende streng van deze DNA matrijsstreng?
AAT GAC TCC GCA TTG AGT
TTA CTG AGG CGT AAC TCA

2. Transcriptie: Hieronder zie je de coderende DNA-streng van een gen, wat is dan de RNA code?
AAA - CGT - TAC - AGC - TTG - GTA - ACC - ACT - TTC - CCT
UUU - GCA - AUG - UCG - AAC - CAU - UGG - UGA - AAG - GGA

3. Translatie: Gebruik de RNA-code van vraag 2, wat is de aminozuurvolgorde van dit eiwit? 
Met - Ser - Ile - Asn - His - Trp

Slide 6 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.5
Je leert hoe cellen delen en hoe fouten in de celdeling kunnen leiden tot kanker

mitose, celcyclus, interfase, G1-fase, S-fase, G2-fase, G2-fase, M-fase, G0 fase, profase, metafase, anafase, telofase, pectine, middenlamel, cellulose, celstrekking, P53 eiwit, apoptose, kanker, tumor, metastaseren, bestraling, chemotherapie, cytostatica, immunotherapie

Slide 7 - Tekstslide

Levenscyclus van een cel
BINAS 76A

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het DNA tijdens celcyclus?

Slide 9 - Tekstslide

Als de cel een nieuwe deling gaat voorbereiden wordt in de S-fase (van de interfase) het DNA verdubbeld.
Hierbij worden beide helften van de dubbele helix aangevuld met een complementaire streng (2 en 3)

Slide 10 - Tekstslide

Beide DNA moleculen blijven bij het centromeer aan elkaar verbonden (4)

Slide 11 - Tekstslide

Bij het begin van de M-fase (de daadwerkelijke celdeling) spiraliseren de DNA moleculen. Ze worden korter en dikker (5)

Slide 12 - Tekstslide

Ze krijgen dan de karakteristieke x-vorm die ook onder de microscoop te zien is (6)

Slide 13 - Tekstslide

Mitose - Profase
Kernmembraan verdwijnt

Chromosomen spiraliseren

Spoelfiguur ontstaat (centrosomen en celskelet)

Slide 14 - Tekstslide

Mitose - Metafase
Chromosomen liggen naast elkaar op de equator van de cel

Spoelfiguur bij de polen met trekdraden bij de centromeren van elk chromosoom

Elk chromosoom is verbonden met beide spoelfiguren

Slide 15 - Tekstslide

Mitose - Anafase
Trekdraden trekken de chromatiden uit elkaar.

De chromosomen zijn nu weer 'normaal'.

Slide 16 - Tekstslide

Mitose - Telofase
Chromosomen despiraliseren

Nieuw kernmembraan ontstaat

Spoelfiguren verdwijnen

Celdeling

Slide 17 - Tekstslide

Mitose
Moet ik dit leren?

BINAS 76B1

Slide 18 - Tekstslide

Mitose - Celdeling
Dieren: membraan snoert in.

Planten: Glad ER en golgisysteem versmelten in het equatoriaal vlak. Ze vormen blaasjes met pectine.
Die blaasjes vormen uiteindelijk een scheidingswand.
Beide cellen vullen de pectine aan met cellulose: nieuwe celwand.
Daarna volgt celstrekking (de cellen worden weer de oorspronkelijke grootte).


Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

Celdeling worteltop
Welke fases van de mitose herken je?

Slide 22 - Tekstslide

In een bepaalde cel is de hoeveelheid DNA in de G1 fase p, Hoeveel DNA is er tijdens de anafase?
A
2p
B
p
C
1/2p

Slide 23 - Quizvraag

In een bepaalde cel is de hoeveelheid DNA in de G1 fase p, Hoeveel DNA is er aan het eind van de G2?
A
2p
B
p
C
1/2p

Slide 24 - Quizvraag

In een bepaalde cel is de hoeveelheid DNA in de G1 fase p, Hoeveel DNA is er in één kern na de celdeling?
A
2p
B
p
C
1/2p

Slide 25 - Quizvraag

Controle celdeling
G1 fase: P53-eiwit gemaakt door een tumorsupressor-gen
Controle op DNA schade, celgrootte, voedingsstoffen.

Herstelenzymen proberen de fouten nog op te lossen, lukt dat niet dan volgt apoptose: gecontroleerde celdood.


Slide 26 - Tekstslide

Controle celdeling
G2 fase: 
Controle op juiste replicatie van het DNA en celgrootte

Herstelenzymen proberen de fouten nog op te lossen, lukt dat niet dan volgt apoptose: gecontroleerde celdood.


Slide 27 - Tekstslide

Controle celdeling
M fase (metafase): 
Controle op juiste vorming spoelfiguur, elke chromatide is bij het centromeer verbonden met elk spoelfiguur

Herstelenzymen proberen de fouten nog op te lossen, lukt dat niet dan volgt apoptose: gecontroleerde celdood.


Slide 28 - Tekstslide

Tumor
Bij fouten in de genen die betrokken zijn bij (de controle van) de celdeling kan ongecontroleerde celdeling ontstaan: een tumor.

Kanker is een kwaadaardig tumor, een tumor die gemetastaseerd is (uitgezaaid).
Uitzaaiïngen zijn tumorcellen die loslaten en via het bloed/ lymfe in een ander orgaan doorgroeien.


Slide 29 - Tekstslide

Kanker- behandelingen
Chirurgie: verwijderen van de tumor
Bestraling: vernietigen van de tumor door radioactieve straling
Chemotherapie: cytostatica (geneesmiddel dat de celdeling remt) voorkomen celdeling, ook van tumorcellen. Andere stoffen voorkomen bloedvatvorming bij de tumor.
Immunotherapie: stimulering van het afweersysteem om zelf tumorcellen op te ruimen.


Slide 30 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.5
Je hebt geleerd hoe cellen delen en hoe fouten in de celdeling kunnen leiden tot kanker

mitose, celcyclus, interfase, G1-fase, S-fase, G2-fase, G2-fase, M-fase, G0 fase, profase, metafase, anafase, telofase, pectine, middenlamel, cellulose, celstrekking, P53 eiwit, apoptose, kanker, tumor, metastaseren, bestraling, chemotherapie, cytostatica, immunotherapie

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak 2.5 opdracht 4 t/m 10.
Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 32 - Tekstslide