Delier & probleemgedrag

Keuzevak theorie ontwikkelfase

Delier & probleemgedrag
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Keuzevak theorie ontwikkelfase

Delier & probleemgedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les inhoud
Uitleg over delier

Uitleg over probleemgedrag

Slide 2 - Tekstslide

Kort college over delier. 

Daarna kunnen jullie zelfstandig aan het werk met Opdracht opdracht 5 'psychische problemen' 
uit de verdieping deelopdracht C

Omvar een E-learning 
Leerdoel
  • Je hebt kennis van observeren en analyseren  bij een delier en kan begeleiding bieden; 
  • Je hebt kennis van omgangsadviezen bij delier en kan interventies uitvoeren.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen bespreken...aan het einde van de les (bij Chantal) kijken of de doelen behaald zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over een
delier?

Slide 5 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord delier? Heb je er eerder over gehoord?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delier

  • Veroorzaakt door een disbalans in neurotransmitters

Slide 7 - Tekstslide

Een delier is een toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen), waarbij het bewustzijn wisselend gestoord is en de patiënt vaak verward is.

Er is altijd sprake van stoornissen in aandacht, denken en concentratie met daarbij vaak hallucinaties en/of wanen. Een delier treedt altijd op in het kader van een onderliggend somatisch lijden en vertoont een wisselend beloop. Vaak zijn de symptomen 's nachts ernstiger dan overdag.

Er is sprake van een disbalans van neurotransmitters, met name een te weinig aan acetylcholine en een (relatief) teveel aan dopamine

Je kunt het zien als kortsluiting in het brein.




Drie vormen van delier
  • Hyperactieve vorm die gekenmerkt wordt door (soms extreme) onrust, een verhoogd bewustzijn, plukkerigheid en angst met of zonder wanen en hallucinaties.

  •  Hypoactieve vorm (stil delier) die zich vooral uit in apathisch teruggetrokken gedrag.

  • De derde is de gemengde vorm, waarbij beide verschijningsvormen elkaar afwisselen; deze vorm wordt veel gezien bij ouderen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Filmpje over delier duu3 2.50min.

Observeer goed de houding van de zorgvragers, naasten en zorgverlener. Koppel na het filmpje je bevindingen terug.
Kenmerken van een delier
  • Verandering in bewustzijn
  • Aandacht en concentratieproblemen
  • Onrustig gedrag/of juist apathisch
  • Desoriëntatie
  • Hallucinaties / waan ideeën 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden geven: Twee oudere patiënten op een twee persoonskamer met een delier zonder polsbandje 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige interventies
  • Screenen met observatielijst  (DOS score)
  • Zorg voor rust / prikkelarme omgeving
  • Bied steeds herkenningspunten uit de werkelijkheid aan, zoals een klok, een kalender en foto's
  • Angst reduceren  / Wek geen achterdocht door te fluisteren of kamers op slot te doen.
  • Medicatie geven
  • Biedt structuur 
  • Zorg voor een goed dag-nachtritme ( aanbieden van activiteiten, wisselend daglicht)


Slide 12 - Tekstslide

Meest voorkomende medicatie is haldol mag niet worden gegeven aan parkinson patienten. Terughoudendheid geboden bij verlengde QT tijd. (hart)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOS
  • Delerium Observatie Screening SchaaL (DOS),
  • Systematische wijze vroegtijdige signalering symptomen delier, 
  • Observeren en registreren.

Slide 14 - Tekstslide

In Nederland ontwikkeld.  3x per 24 uur screenen.


Medische interventies
  • Screening van de medicatie met delirium bevorderende eigenschappen.
  • Preventie en behandeling infecties.
  • Adequate pijn behandeling
  • Preventie en behandeling dehydratie
  • Handhaven &verbeteren voedingstoestand
  • Afwegen van het gebruik van invasieve interventies, zoals katheters, tegen het risico van delier
  • Mantelzorgers inlichten
  • Haldol.

Slide 15 - Tekstslide

Alle extra snoertjes (infuus, CAD, drains) wil je het liefst verminderen.

Kijk naar de medicatie die wordt gegeven: zoals opioïden. 

Bevraag de patiënt en naasten (prodromen/levendige dromen, vreemde blik in de ogen etc)

Van belang om voortijdig een delier te herkennen of het voor te zijn als iemand eerder een delier heeft doorgemaakt. 

Als iemand eerder een delier heeft meegemaakt wees dan alert. Dit is een voorbode--> uitvragen bij de anamnese/opname. 
Slot deel 1....
Vragen?

Maak een samenvatting over delier



Slide 16 - Tekstslide

Maak opdracht 5 'psychische problemen'
uit de verdieping deelopdracht C .

Deze opdracht is aangepast en verwijst naar een E-learning. Lees de opdracht goed door en volg de stappen die in de opdracht staan beschreven om 14.15 uur in de les van Chantal wordt de opdracht nabesproken,
Probleemgedrag

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start....Deel 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jouw probleemgedrag?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen probleemgedrag
  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Teruggetrokken gedrag vertonen
  • Angst
  • Onrust
  • Beschuldigen
  • Seksuele ongeremdheid

Slide 22 - Tekstslide

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.
Vervolg oorzaken gedragsproblemen
  • Biologische, 
  • Psychologische en 
  • Sociale en fysieke omgevingsfactoren.

Slide 25 - Tekstslide

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.


Context gebonden
  • Situatie afhankelijk
  • Kan te maken hebben met de omgeving.

Slide 26 - Tekstslide

Probleemgedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.   
Hoe zou jij als zorgverlener omgaan met probleemgedrag?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan probleemgedrag

Slide 28 - Tekstslide

Stappenplan leidt je stapsgewijs door het cyclisch proces (methodisch werken=verpleegkundig proces) van signaleren en observeren van gedrag, het maken van een probleemanalyse, het formuleren van een behandeldoel, het kiezen van de daarbij passende interventies en tot slot de evaluatie.  

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? 
  • Maak een samenvatting over probleemgedrag.

Extra optie 1 E-learnings:
  • Probleemgedrag 1: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedrag/start.html
  • Probleemgedrag 2: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedragII/start.html

Extra optie 2
Lees op www.zorgvoorbeter.nl, behandeling van probleemgedrag.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Anatomie/fysiologie maagdarmstelsel/urinewegstelsel
Pathologie maagdarmstelsel/urinewegstelsel

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Wat is de oorzaak van een delier: https://watdoejebijdelier.nl/static/story_html5.html

Zorgvoorbeter

Zorgpad

Slide 32 - Tekstslide

Link naar de e-learning die beschreven staat in de opdracht.