VT lj week 6 les 1 Delier & probleemgedrag

Module VT Week 6, deelopdracht C.
Maandag 20 december
Delier & probleemgedrag
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Module VT Week 6, deelopdracht C.
Maandag 20 december
Delier & probleemgedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In twee woorden.....hoe was je weekend?

Slide 2 - Open vraag

Hoe was je weekend in twee woorden??? Presto--> aan/afwezigheid
Les inhoud
8.30u- 10.30u
  • College delier
  • Zelfstandig aan het werk

10.45u- 12.45u
  • College probleemgedrag
  • Zelfstandig aan het werk



Dinsdag klassikaal bespreken opdracht 3 zelf- en zelfredzaamheid
+ uitwerking zorgleefplan

Slide 3 - Tekstslide

Kort college over delier. 

Daarna kunnen jullie zelfstandig aan het werk met Opdracht opdracht 5 'psychische problemen' 
uit de verdieping deelopdracht C

Omvar een E-learning 
Leerdoel
  • Je hebt kennis van observeren en analyseren  bij een delier en kan begeleiding bieden; 
  • Je hebt kennis van omgangsadviezen bij delier en kan interventies uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen bespreken...aan het einde van de les (bij Chantal) kijken of de doelen behaald zijn.
Wat weet je nog van een
delier?

Slide 5 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord delier? Heb je er eerder over gehoord?

Slide 6 - Video

Filmpje over delier duu3 2.50min.

Observeer goed de houding van de zorgvragers, naasten en zorgverlener. Koppel na het filmpje je bevindingen terug.
Delier
  • Acute verwardheid
  • Tijdelijke (soms enkele uren/dagen) psychische stoornis op basis van lichamelijke ontregeling
  • Veroorzaakt door een disbalans in neurotransmitters

Slide 7 - Tekstslide

Een delier is een toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen), waarbij het bewustzijn wisselend gestoord is en de patiënt vaak verward is.

Er is altijd sprake van stoornissen in aandacht, denken en concentratie met daarbij vaak hallucinaties en/of wanen. Een delier treedt altijd op in het kader van een onderliggend somatisch lijden en vertoont een wisselend beloop. Vaak zijn de symptomen 's nachts ernstiger dan overdag.

Er is sprake van een disbalans van neurotransmitters, met name een te weinig aan acetylcholine en een (relatief) teveel aan dopamine

Je kunt het zien als kortsluiting in het brein.




Welke vormen van delier zijn er?
A
Hyperactief
B
Hypoactief
C
Gemengde vorm
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie vormen van delier

  • Hyperactief delier ('plukkerig zijn, soms extreem onrustig, soms wanen/ hallucinaties)
  • Hypoactief delier (apathisch, teruggetrokken gedrag)
  • Gemengde vorm (bovenstaande vormen wisselen elkaar af)


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken ken je die horen bij een delier

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een delier
  • Verandering in bewustzijn
  • Aandacht en concentratieproblemen
  • Onrustig gedrag/of juist apathisch
  • Desoriëntatie
  • Hallucinaties / waan ideeën 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden geven: Twee oudere patiënten op een twee persoonskamer met een delier zonder polsbandje 
Risicofactoren
  • Leeftijd van 70 jaar en  ouder 
  • Cognitieve stoornissen 
  • Visus – en gehoorstoornissen 
  • Stoornissen in activiteiten van het dagelijks leven 
  • Gebruik van alcohol en opiaten 
  • Infecties 
  • Koorts 
  • Dehydratie
  • Electrolytenstoornissen  (balans houden van het lichaam)

Slide 12 - Tekstslide

Een jonger brein ontspoort minder snel dan een ouder brein. Jongeren zijn beter in staat om te compenseren.

 Hoewel het delier in principe een voorbijgaande aandoening is, vindt bij cognitief kwetsbare patiënten niet altijd volledig herstel plaats. 

Het optreden van een delier is een prognostisch ongunstig verschijnsel. De kans op overlijden van patiënten >65 jaar die met delier zijn opgenomen in een ziekenhuis, is 2-3x hoger dan die van patiënten zonder delier. De overleving van patiënten met een vergevorderd stadium van kanker die een delier ontwikkelen, bedraagt 21-24 dagen.


Verpleegkundige interventies
Beschrijf verpleegkundige interventies die je kunt inzetten bij een delier:

  • Werk samen in je regiegroep
  • Schrijf zo veel mogelijk interventies op een flap-over.
  • Wijs 1 persoon aan die een terugkoppeling doet naar de rest van de klas.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige interventies
  • Screenen met observatielijst  (DOS score)
  • Zorg voor rust / prikkelarme omgeving
  • Bied steeds herkenningspunten uit de werkelijkheid aan, zoals een klok, een kalender en foto's
  • Angst reduceren  / Wek geen achterdocht door te fluisteren of kamers op slot te doen.
  • Medicatie geven
  • Biedt structuur 
  • Zorg voor een goed dag-nachtritme ( aanbieden van activiteiten, wisselend daglicht)


Slide 14 - Tekstslide

Meest voorkomende medicatie is haldol mag niet worden gegeven aan parkinson patienten. Terughoudendheid geboden bij verlengde QT tijd. (hart)


DOS
  • Delerium Observatie Screening SchaaL (DOS),
  • Systematische wijze vroegtijdige signalering symptomen delier, 
  • Observeren en registreren.

Slide 15 - Tekstslide

In Nederland ontwikkeld.  3x per 24 uur screenen.


Medische interventies
  • Screening van de medicatie met delirium bevorderende eigenschappen.
  • Preventie en behandeling infecties.
  • Adequate pijn behandeling
  • Preventie en behandeling dehydratie
  • Handhaven en verbeteren van de voedingstoestand
  • Afwegen van het gebruik van invasieve interventies, zoals katheters, tegen het risico van delier

Slide 16 - Tekstslide

Alle extra snoertjes (infuus, CAD, drains) wil je het liefst verminderen.

Kijk naar de medicatie die wordt gegeven: zoals opioïden. 

Bevraag de patiënt en naasten (prodromen/levendige dromen, vreemde blik in de ogen etc)

Van belang om voortijdig een delier te herkennen of het voor te zijn als iemand eerder een delier heeft doorgemaakt. 

Als iemand eerder een delier heeft meegemaakt wees dan alert. Dit is een voorbode--> uitvragen bij de anamnese/opname. 
Slot deel 1....
Vragen?

Opdracht Canvas
Rond opdracht 5 'psychische problemen' af
uit de verdieping deelopdracht C

Zelfstandig aan het werk met deelopdracht C



Slide 17 - Tekstslide

Maak opdracht 5 'psychische problemen'
uit de verdieping deelopdracht C .

Deze opdracht is aangepast en verwijst naar een E-learning. Lees de opdracht goed door en volg de stappen die in de opdracht staan beschreven om 14.15 uur in de les van Chantal wordt de opdracht nabesproken,
Start....Deel 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopzet
  • College probleemgedrag 
  • Zelfstandig aan het werk

Extra optie: 
  • E-learning  probleemgedrag I
  • E-learning probleemgedrag II

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jouw probleemgedrag?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen probleemgedrag
  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Teruggetrokken gedrag vertonen
  • Angst
  • Onrust
  • Beschuldigen
  • Seksuele ongeremdheid

Slide 23 - Tekstslide

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.
Vervolg oorzaken gedragsproblemen
  • Biologische, 
  • Psychologische en 
  • Sociale en fysieke omgevingsfactoren.

Slide 26 - Tekstslide

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.


Context gebonden
  • Situatie afhankelijk
  • Kan te maken hebben met de omgeving.

Slide 27 - Tekstslide

Probleemgedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.   
Hoe zou jij als zorgverlener omgaan met probleemgedrag?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan probleemgedrag

Slide 29 - Tekstslide

Stappenplan leidt je stapsgewijs door het cyclisch proces (methodisch werken=verpleegkundig proces) van signaleren en observeren van gedrag, het maken van een probleemanalyse, het formuleren van een behandeldoel, het kiezen van de daarbij passende interventies en tot slot de evaluatie.  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Aan het werk
  • Zelfstandig aan het werk met deelopdracht C
  • Hoe staat het met de integratieve opdracht? Nog vragen?

Extra optie 1 E-learnings:
  • Probleemgedrag 1: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedrag/start.html
  • Probleemgedrag 2: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedragII/start.html

Extra optie 2
Lees op www.zorgvoorbeter.nl, behandeling van probleemgedrag.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik dinsdag
8.30- 10.30u
  • Klassikaal bespreken uitwerking zorgleefplan
  • Wet zorg en dwang 
  • Zelfstandig werken aan deelopdracht C

10.45- 12.45u
SURPRISE !

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Wat is de oorzaak van een delier: https://watdoejebijdelier.nl/static/story_html5.html

Zorgvoorbeter

Zorgpad

Slide 33 - Tekstslide

Link naar de e-learning die beschreven staat in de opdracht.