Persoonsvorm tegenwoordige tijd (bladzijde 84)
Zo ga je na of er een t achter de ik-vorm komt
• Bij de meeste werkwoorden kun je horen of er een -t achter de ik-vorm moet:
ik koop, jij koopt; ik schrijf, hij schrijft; ik studeer, zij studeert.
• Bij werkwoorden op -den hoor je dat niet. Vul dan het werkwoord lopen in.
Ik vin… het niet eerlijk → ik loop het niet eerlijk. Dus: ik vind.
Els vin… hem erg leuk → Els loopt hem erg leuk. Dus: Els vindt.
Bekijk ook het schema werkwoordspelling op bladzijde 236.