In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij wiskunde
Binnen is beginnen: - Ga lekker zitten en pak je wiskundespullen. - Pak ook je laptop, we gaan zo een quiz doen.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel(en)
- Je krijgt een beeld van hoe goed je de lesstof voor de toets beheerst. Dit kun je gebruiken om je goed voor te bereiden en om maandag de belangrijke dingen te kunnen vragen.
Slide 2 - Tekstslide
Voor de quiz
Het zijn allemaal meerkeuze vragen.
Bedenk je dat het op de toets gewoon open vragen zijn en dat je dan moet weten hoe je een berekening opschrijft.
Het is handig om het voor jezelf wel op te schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer kun je termen bij elkaar optellen? Termen zijn bijvoorbeeld: 2x, 5a, -3p, 5ab,
−3x4
A
Als er hetzelfde getal voor staat.
B
Als ze dezelfde letter(s) en machten bij die letters hebben.
C
Als ze dezelfde letter(s) hebben.
D
Dat kan gewoon altijd.
Slide 4 - Quizvraag
Herleid. (3a - 5)(4a + 2)
A
12a2+26a+10
B
7a - 3
C
-17a + 2
D
12a2−14a−10
Slide 5 - Quizvraag
Herleid.
(x−4)2
A
x2+16
B
x2−8x+16
C
x2+8x+16
D
x - 16
Slide 6 - Quizvraag
Herleid.
(2k+5m)2
A
4k2+20km+25m2
B
2k+5m2
C
4k2+25m2
D
Kan niet.
Slide 7 - Quizvraag
Herleid.
2p6pq+4q
A
Kan niet
B
2p24pq2
C
2p14pq
D
7q
Slide 8 - Quizvraag
Herleid. (Schrijf als 1 breuk)
5y4+2x3
A
5y+2x7
B
5xy3x+10y
C
10xy8x+15y
D
5xy6
Slide 9 - Quizvraag
Herleid.
94x⋅2y3
A
18y12x
B
278xy
C
3y2x
D
18y8xy+27
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de eerste stap bij het herleiden van deze vraag?
5a6:74a
A
De : veranderen naar een keer en de 1e breuk omdraaien.
B
De : veranderen naar een keer en de 2e breuk omdraaien.
C
6 : 7 berekenen
D
K.n. opschrijven.
Slide 11 - Quizvraag
Herleid verder.
5a6:74a=5a6⋅4a7
A
20a242
B
5a221
C
9a13
D
20a59
Slide 12 - Quizvraag
Herleid.
6−3p1
A
3p5
B
3p17
C
532
D
3p18p−1
Slide 13 - Quizvraag
Herleid.
3x2y+10xy2
A
13x3y3
B
13x2y2
C
19x2y
D
Kan niet.
Slide 14 - Quizvraag
Herleid.
4ab2−6ab2
A
−2ab2
B
-2
C
10ab2
D
Kan niet.
Slide 15 - Quizvraag
Herleid.
5x7−15x14
A
−3x2
B
5−15x7
C
−3x7
D
x7−3x14
Slide 16 - Quizvraag
Herleid.
(3k4)2
A
9k6
B
C
D
9k8
Slide 17 - Quizvraag
Herleid.
x9(2x3)4
A
2x3
B
x22
C
16x3
D
x216
Slide 18 - Quizvraag
Herleid.
3(x5)4⋅2x6
A
6x26
B
162x26
C
6x15
D
3x20+2x6
Slide 19 - Quizvraag
Herleid.
(−7x3yz5)2
A
−14x6y2z10
B
49x5y3z7
C
49x6y2z10
D
−49x6y2z10
Slide 20 - Quizvraag
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 300 000
3⋅10−5
A
3⋅104
B
3⋅106
C
3⋅105
D
3⋅10−5
Slide 21 - Quizvraag
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 789 100 000
A
7,891⋅108
B
7891⋅105
C
7,891⋅105
D
7,891⋅107
Slide 22 - Quizvraag
Zet het getal in de wetenschappelijke notatie: 0,0000213
A
213⋅10−7
B
2,13⋅105
C
2,13⋅10−4
D
2,13⋅10−5
Slide 23 - Quizvraag
Zelfstandige werktijd
- Je bent aan het werk voor wiskunde. - Je mag overleggen als je er zelf niet uit komt.
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Stil werken
Je bent zelfstandig en stil aan het werk. Je mag nu niet met elkaar overleggen.