2TH 2HV-boek WS §10 Voegwoord

Welkom 2C!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
 Pak je leesboek er vast bij.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2C!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
 Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Stil lezen
- Planning bekijken
- Doelen doornemen
- Terugblik §8 Telwoord
- Uitleg §10 Voegwoord
- Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek
en ga lekker lezen.

Boek geleend?
Zet het netjes terug in de kast.

Slide 3 - Tekstslide

Planning bekijken
Zorg dat je bij blijft!


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik kan bepaalde en onbepaalde hoofd- en rangtelwoorden herkennen. (2HV-boek, §8)
- Ik kan voegwoorden herkennen. (2HV-boek, §10)
- Ik kan nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken. (2HV-boek, §10)

Slide 5 - Tekstslide

2HV §8 Telwoord
- Heb je de opdrachten van Cursus 5 > §8 Telwoord > 
Opdracht 1, 2, 3, 5 en 6 gemaakt?
- Waarom wel/niet?
- Welke vragen heb je nog over de stof?

Slide 6 - Tekstslide

§10 Voegwoord
Je hebt al geleerd dat voegwoorden verbinden:
- twee woorden: Engels of Frans
- twee woordgroepen: de voorstelling in het theater en de film 
   in de bioscoop
- twee zinnen: Het regent vandaag, dus neemt Thijs een 
   paraplu mee naar buiten.
   Omdat het sneeuwt, draagt Lisanne handschoenen.

Slide 7 - Tekstslide

§10 Voegwoord
Er zijn twee soorten voegwoorden:
- Het nevenschikkend voegwoord (ns.vgw)
   Verbindt twee woorden, twee woordgroepen of twee hoofdzinnen
   >> dus, en, maar, of, want
- Het onderschikkend voegwoord (os.vgw)
   Verbindt een bijzin met een hoofdzin
   >> aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat,
         opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat, zodra

Slide 8 - Tekstslide

§10 Voegwoord
Even terughalen...
- Waaraan herken je een hoofdzin?
- Waaraan herken je een bijzin?

Slide 9 - Tekstslide

§10 Voegwoord
In een hoofdzin staan ow en pv naast elkaar.
In een bijzin staan ow en pv uit elkaar óf er kan een ander woord tussen staan.

{Jan zingt een lied} en {Marly begeleidt hem op de piano}.
{Jan zingt een lied (terwijl Marly hem op de piano begeleidt)}.

Slide 10 - Tekstslide

§10 Voegwoord
Samengevat:
- Bij de combinatie HZ + HZ hoort een nevenschikkend    
   voegwoord.
- Bij de combinatie HZ + BZ of BZ + HZ hoort een
   onderschikkend voegwoord.

Slide 11 - Tekstslide

§10 Voegwoord
De volgende zinnen bevatten een voegwoord. Noteer dat.
Geef daarna aan of het om een nevenschikkend of een onderschikkend voegwoord gaat.

Slide 12 - Tekstslide

Omdat het vannacht heeft gevroren, doet Sylvie een sjaal om.

Slide 13 - Open vraag

(Omdat) het vannacht heeft gevroren, doet Sylvie een sjaal om.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 14 - Quizvraag

Luc wil wel graag hoge cijfers halen, maar hij heeft geen zin om daarvoor te leren.

Slide 15 - Open vraag

Luc wil wel graag hoge cijfers halen, (maar) hij heeft geen zin om daarvoor te leren.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Quizvraag

Suzanne kleedt zich thuis om, voordat ze naar balletles gaat.

Slide 17 - Open vraag

Suzanne kleedt zich thuis om, (voordat) ze naar balletles gaat.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Quizvraag

Veel leerlingen kopen saucijzenbroodjes bij de supermarkt, omdat die deze week in de aanbieding zijn.

Slide 19 - Open vraag

Veel leerlingen kopen saucijzenbroodjes bij de supermarkt, (omdat) die deze week in de aanbieding zijn.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 20 - Quizvraag

Ik kan aangeven of voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag! 
Maak NN Online > 2HV > Cursus 5 > §10 Voegwoord
> Opdracht 1, 2, 3 en 5. Meer mag!
Werk zorgvuldig en laat zien wat je kunt.
Heb je vragen? Stel ze!

Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 4 december

Slide 22 - Tekstslide