Language Teaching and Assessing week 1.6
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Echt diep kunnen we vandaag niet ingaan op formatieve didactiek. Daarom: Een kennismaking formatieve didactiek.
Welke activiteit heb jij ingezet om de leeropbrengst van jouw receptieve les te meten?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom toetsen we?
Slide 5 - Open vraag
Waarschijnlijk komen studenten tot de conclusie dat we toetsen om te meten. We meten wat een leerling wel al kan en wat nog niet. A.d.h.v. die cijfers maken we beslissingen over het niveau. Bijvoorbeeld: mag de leerling wel/of niet over naar het volgende leerjaar? En we evalueren de lessen en gebruiken de toets tbv leren.
Maar zijn die toetsen wel representatief voor wat de leerling wel/niet kan?
Omdat er op de scholen nog veel summatief getoetst wordt is dat onze focus vandaag.
Slide 6 - Tekstslide
Vijf eisen waaraan een communicatieve toets moet voldoen volgens Brown (2005).
Op de volgende slide een drag & drop waarbij ze de betekenis van deze 5 eisen koppelen.
Achtergrondinformatie te vinden in artikel week 2, pagina 2. 2:file:///C:/Users/svrek/Downloads/Artikel%20Visievorming-%20CLT%20in%20Nederlands%20Onderwijs%201.pdf file:///C:/Users/svrek/Downloads/Artikel%20Visievorming-%20CLT%20in%20Nederlands%20Onderwijs%201.pdf file:///C:/Users/svrek/Downloads/Artikel%20Visievorming-%20CLT%20in%20Nederlands%20Onderwijs%201.pdf file:///C:/Users/svrek/Downloads/Artikel%20Visievorming-%20CLT%20in%20Nederlands%20Onderwijs%201.pdffile:///C:/Users/svrek/Downloads/Artikel%20Visievorming-%20CLT%20in%20Nederlands%20Onderwijs%201.pdf
Betekenisvolle communicatie
Autentieke situatie
Onvoorspelbare input
Vrije productie
Integratie vaardigheden
De context moet aansluiten bij de belevingswereld
De opdrachten bevatten realistische situaties
Studenten moeten zonder voorbereiding de opdracht aan kunnen gaan
Leerlingen moeten de eigen inbreng kunnen communiceren
De opdracht moet stimuleren om alle/meerder vaardigheden te gebruiken
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat maakt een lees-/luistertoets communicatief?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Formatief handelen is bedoeld om het leerproces te sturen en versterken. Vaak halverwege of gedurende een cursus.
Summatief toetsen is gericht op resultaten die de basis vormen om een beslissing te nemen. Bijvoorbeeld: slagen of zakken (eindexamen).
De vraag is dus: wil je toetsen als meetinstrument van resultaten, of wil je "toetsen" om leerlingen verder te helpen in het leerproces. Indien dat laatste het geval is > formatief handelen.
NB! Eigenlijk heet het formatieve didactiek, ook wel formatief handelen. Het is namelijk geen toetsen meer, maar een manier van werken (didactiek) gericht op het leerproces.
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 11 - Video
Stuurvragen:
Doel van formatief evalueren?
Rol van docent en leerling?
Opbrengst van formatief evalueren?
Slide 12 - Tekstslide
Zie het boek Formatief Handelen (René Keyber) pagina's 20 t/m 26. Hieronder digitaal beschikbaar:
https://toetsrevolutie.nl/wp-content/uploads/2022/03/Rene-Kneyber-Formatief-handelen-WEB.pdf
Slide 13 - Tekstslide
Het gedwongen terughalen zonder hulpmiddelen is het meest effectieve leermiddel ( = terughaaleffect). Iedere antwoordoptie moet de leraar iets leren over de fouten die studenten maken.
Een voorbeeld: In het boek Volgens Barton4 beschrijft de Britse wiskundedocent Craig Barton een typisch proces van formatief handelen. Als docent heeft hij net uitleg gegeven over het uitrekenen van hoeken, en het is nu tijd dat de leerlingen zelfstandig aan het werk gaan. Maar is iedereen daar klaar voor? Hij laat de volgende vraag op het bord zien, en geeft de leerlingen een aantal seconden de tijd om zelfstandig na te denken. Vervolgens laat hij de leerlingen stemmen door ze hun vinger te laten opsteken. Hij kijkt rond en ziet aan de antwoorden meteen waar de problemen zitten. Leerlingen die antwoord C hebben gekozen, kunnen alvast beginnen aan de opgaven. Leerlingen die A antwoorden, hebben
een fout gemaakt bij het hoofdreken en zullen eerst wat hoofdreken sommetjes met getallen boven de honderd moeten oefenen, en degenen die voor B en D hebben gekozen krijgen een korte verlengde instructie, want die begrijpen het nog niet goed genoeg. Na de sommen en de instructie stelt hij de leerlingen nogmaals een vraag, om te achterhalen of ze het nu wel zelfstandig kunnen.
Voor meer voorbeelden: zie René Kneyber p.20.
Slide 14 - Tekstslide
Op basis van deze vraag meet je of leerlingen in staat zijn de betekenis van een woord te herleiden uit de context van een zin. De docent controleert kort de antwoorden of gebruikt daarvoor een digitale tool (e.g. ANS). Op basis van de antwoorden: GOED of FOUT deelt de docent de leerlingen de volgende les in in groepen.
Slide 15 - Tekstslide
Leerlingen schrijven een tekst en leveren deze in bij de docent. De hele klas krijgt feedback van de docent op dezelfde vier onderwerpen: groen, rood, blauw, en geel. De docent markeert dit in de tekst maar geeft geen schriftelijke feedback. De leerling moet de volgende les zelf identificeren m.b.v. “colour key” wat er goed is en wat de leerling nog kan verbeteren. Vervolgens verbetert de leerling zijn/haar eigen werk.
NB! Dit werkt alleen wanneer de docent goed na heeft gedacht over de colour key. Afhankelijk van de leerdoelen van de lessenreeks bepaal je op welke fouten/verbeterpunten leerlingen wel/niet geattendeerd moeten worden. Zo valt in dit schema op dat er niet gekeken wordt naar grammatica.
Slide 16 - Tekstslide
Een voorbeeld voor tekstbegrip (leesvaardigheid of luistervaardigheid)
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Reden dat de implementatie veelal mislukt is door de introductie van de term “formatief toetsen”. Dit wekt de indruk dat dit een vorm van toetsing is waarbij cijfers worden vervangen voor feedback.
De reactie hierop leidde tot formatief handelen, waarbij geïmpliceerd wordt dat zowel student als docent in actie komen. Echter richtte docenten zich voornamelijk op het ontwerpen van losse instrumenten en activiteiten.
Recentelijk heeft dit geleid tot formatieve didactiek. Dit benadrukt het accent op de (MVT) didactiek; het ontwerpen van onderwijs wat de leerling in staat stelt de taaldoelen te behalen.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Terug naar summatief toetsen.
Taalgerichte toetsen zijn vaak gericht op correctheid en/of deelvaardigheden (gramm, woordenschat, spelling, etc). Inhoudgerichte/communicatieve toetsen gericht op de boodschap (taalvaardigheid) waarbij alle aspecten (zowel boodschap als correctheid) getoetst EN beoordeeld worden.
Bron: Stepping Stones 7th edition 1VMBO-T/HAVO
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
