Havo 4 eindquiz!

Quiz parlementaire democratie
Verkiezingsaward 2020-2021 Havo 4
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz parlementaire democratie
Verkiezingsaward 2020-2021 Havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Een politieke stroming of ideologie omvat in ieder geval:
I. ideeën over wat de kernwaarden zijn.
II. standpunten ten aanzien van de verdeling van de welvaart.
III. ideeën over de positie van het koningshuis.
IV. standpunten over de relatie tussen mens en milieu.

A
Alle antwoorden zijn juist
B
1 en 2 zijn juist
C
1,2,3 zijn juist
D
1,2,4 zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

In een dictatuur:

I. is de macht in handen van één persoon of een kleine groep mensen.
II. worden nooit verkiezingen gehouden.
III. bestaan vooral oppositiepartijen.
IV. verbiedt de grondwet censuur.

A
Alleen 1 is juist
B
1 en 4 zijn juist
C
1, 3 en 4 zijn juist
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Welke stelling is niet waar:

A
De meeste Christelijke partijen zijn conservatief.
B
Een rechtse partij is voor minder overheid.
C
De Socialistische Partij is een linkse partij.
D
De PVV is een progressieve partij.

Slide 4 - Quizvraag

Een partij die zegt voor het volk op te komen heet een ….. partij.

Welk soort partij?
Welke partij is hiervan een voorbeeld?
(2 punten pp)

Slide 5 - Open vraag

Wanneer een burger mee gaat langs de deuren om de partij te promoten heet dit het:
A
Samenbundelen van ideeën
B
Informeren van kiezers
C
Participatie van burgers
D
Selectie van kandidaten

Slide 6 - Quizvraag

Als je stemt op de partij omdat je verwacht dat die misschien in de regering gaat komen dan stem je:
A
Op basis van belangen
B
Op basis van standpunten
C
Op basis van de lijsttrekker
D
Op basis van strategie

Slide 7 - Quizvraag

Leg in max. 2 zinnen het woord evenredige vertegenwoordiging uit. Gebruik hierbij het begrip kiesdeler. (2 punten pp)

Slide 8 - Open vraag

Wat gebeurt er als de winnende partij van de verkiezingen geen coalitie kan vormen?
A
Dan moeten er nieuwe verkiezingen komen
B
Dan wordt het een minderheidskabinet
C
Dan mogen andere partijen proberen te formeren
D
Dan kan de lijsttrekker van deze partij alsnog premier worden.

Slide 9 - Quizvraag

Wie is de fractievoorzitter van de SGP?
A
Ancilla van der Leest
B
Arie Slob
C
Kees van der Staaij
D
Mona Keizer

Slide 10 - Quizvraag

Hoe komen de meeste lijsttrekkers op hun nr. 1 plek op de lijst?

A
Zij worden gekozen door de leden van hun partij
B
Zij zijn het populairst in hun land
C
Zij zitten het langst in de Tweede Kamer van hun partij
D
Zij beslissen dit zelf

Slide 11 - Quizvraag

Waarom mag er in sommige landen geen peiling meer gedaan worden op de laatste dagen van voor de verkiezingen?
A
Omdat deze niet betrouwbaar zijn
B
Omdat er dan meer zwevende kiezers zijn
C
Omdat deze de verkiezingen kunnen beinvloeden
D
Omdat mensen dan meer voor hun belangen gaan stemmen.

Slide 12 - Quizvraag


Slide 13 - Open vraag

Waarom is er in Nederland decentralisatie?
A
Omdat het rijk de situatie beter kan overzien.
B
Omdat lagere overheden beter weten wat er speelt in hun regio.
C
Omdat er te weinig geld is om alles landelijk te regelen.
D
Omdat de politici van het Rijk te weinig kennis hebben.

Slide 14 - Quizvraag

'Nederland zou een president moeten hebben in plaats van een koning'
Geef een argument voor en tegen de stelling.
(2 punten per persoon)

Slide 15 - Open vraag