Paragraaf 3.2 Breakeven analyse

Break-even analyse
Break-even afzet
Break-even omzet
Dekkingsbijdrage
Beoogde winst
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Break-even analyse
Break-even afzet
Break-even omzet
Dekkingsbijdrage
Beoogde winst

Slide 1 - Tekstslide

Vraag
Je hebt een ijssalon. De huur, verzekering en energiekosten zijn € 4.000 per maand.
De verkoopprijs van een ijsje is € 2,50
De variabele kosten zijn € 0,50 per stuk

Hoeveel ijsjes moet je verkopen om 'quitte' te spelen. Dus precies uit de kosten te komen

Slide 2 - Tekstslide

Uitwerking
Je hebt een ijssalon. De huur, verzekering en energiekosten zijn € 4.000 per maand.
De verkoopprijs van een ijsje is € 2,50
De variabele kosten zijn € 0,50 per stuk

€ 4.000/ (2,50 - 0,50) = 2.000 ijsjes

Slide 3 - Tekstslide

Break-even afzet 
Constante kosten
(verkoopprijs - variabele kosten per stuk)

€ 4.000 
                        (2,50 - 0,50)        = 2.000
De afzet die je moet halen om geen winst en geen verlies te hebben
Winst van € 0

Slide 4 - Tekstslide

Bij de berekening van break-even afzet moet je uitgaan van
A
Verkooprijs ex btw
B
Verkoopprijs inc btw

Slide 5 - Quizvraag

Break-even omzet
De omzet die je moet halen om geen winst en geen verlies te hebben

Break-even afzet X verkoopprijs

2.000 ijsjes X € 2,50 = € 5.000

Slide 6 - Tekstslide

Controle
Omzet 2.000 X € 2,50 =                            € 5.000
Variabele kosten 2.000 X € 0,50 =       € 1.000 -
Dekkingsbijdrage                                       € 4.000
Constante kosten                                       € 4.000 -
Nettowinst                                                     €          0

Omzet - variabele kosten = dekkingsbijdrage !!
Bij break-even afzet moet dekkingsbijdrage dus even groot zijn als de constante kosten

Slide 7 - Tekstslide

Dekkingsbijdrage per stuk
Verkoopprijs - variabele kosten per stuk
€ 2,50 - € 0,50 = € 2,00

Afzet X dekkingsbijdrage per stuk = totale dekkingsbijdrage
2.000 ijsjes X € 2,00 = € 4.000

Slide 8 - Tekstslide

Van een eenmanszaak is het volgende gegeven:
Verkoopprijs: € 250,-
Variabele kosten per product: € 100,-
Constante bedrijfskosten: € 225.000
Bereken de break-even omzet.

Slide 9 - Open vraag

Uitwerking
Van een eenmanszaak is het volgende gegeven:
Verkoopprijs: € 250,-
Variabele kosten per product: € 100,-
Constante bedrijfskosten: € 225.000
Bereken de break-even omzet.

€ 225.000/ (€ 250 - € 100) = 1.500 stuks
1.500 X € 250 = € 375.000

Slide 10 - Tekstslide

Maken 
Opgave 3.10 en 3.11
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 16 - Tekstslide