Lesther- Vak did. coachen

Willekeurige groepjes
Positief roddelen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
PresentatieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willekeurige groepjes
Positief roddelen

Slide 1 - Tekstslide

20 minuten 

Laat de deelnemers 4 tallen vormen met collega’s die ze niet elke dag spreken/nog niet zo goed kennen

Laat de groep in een kring zitten en leg uit dat er geroddeld gaat worden over 1 van de deelnemers. Deze oefening kan ook met studenten in de groep, bijvoorbeeld wanneer je als docent de negatieve sfeer in de klas wil doorbreken of een student zelf heeft aangegeven ergens tips of adviezen over te willen hebben. 

Deze persoon gaat buiten de groep zitten en neemt pen en papier mee om aantekeningen te maken. (de trainer gaat zo zitten dat zij zowel de groep als de mimiek van de persoon erbuiten kan zien). 

De groep praat over de docent met de spelregel dat het alleen over positieve dingen mag gaan. Wanneer laat de persoon positief gedrag zien? Welke positieve eigenschappen vermoed de groep? Het gesprek kan gaan over hoe de groep misschien wel ziet dat de persoon meer is dan alleen het getoonde gedrag.
Aan het einde geeft de persoon terug aan de groep welke dingen hij/zij meeneemt. Welke opmerkingen zijn onthouden, welke kwamen binnen? Wat klopte er niet?

Hoe?
  • Maak 4 tallen
  • De "roddelaars" zitten in de kring
  • De "geroddelde" zit buiten de kring en noteert de "roddels." 
  • Er mogen alleen POSITIEVE dingen genoemd worden.
  • Welke dingen vermoed je? 
  • Welke dingen zie je?
  • Aan het eind: wat klopt er van de " roddels?" 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  1. Kies 2 randvoorwaarden die voor JOU motiverend werken
  2. Kies 2 randvoorwaarden die jij vindt passen bij je teammaat
  3. Kies 2 randvoorwaarden die jij met succes inzet om je leerlingen te motiveren.
Opdracht in tweetallen 
(met je "teammaat")
  • Maak eerst zelfstandig opdracht 1, 2 en 3
  • Bespreek de uitkomsten van 1 en 2 met je teammaat 
  • Komen ze overeen?
  • Bespreek opdracht 3 met je teammaat.
  • Waarom zet je juist DIE IN?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Randvoorwaarden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fixed en growth mindset
  • Pipi Langkous 
  • Een fixed mindset ontstaat op latere leeftijd, bijvoorbeeld door negatieve ervaringen of kritiek.
  • Sluit aan bij "Oplossingsgericht coachen." (zie Connect+)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier inzichtvragen aan de leerling
Volgende stap: GROW- Model:
Als coach help je iemand door een concreet en haalbaar plan op te zetten om een doel te bereiken. 

Fasen:
G Het doel van de coachee verhelderen (Goal),
R De realiteit van de coachee toetsen (Reality),
O Opties verzamelen (Options),
W Acties plannen (Wrap Up).

Slide 9 - Tekstslide

Deze vier vragen helpen je in het gesprek met de student. Hoe kom je erachter waar het “pijnpunt” zit?
Is het motivatie, of is het iets anders?

Vraag 1) Weet je wat je moet doen? 
hiermee achterhaal je op de student het begrijpt en of jouw instructie als docent duidelijk is geweest
Vraag 2) Weet je hoe je het moet doen/aanpakken?
deze vraag legt bloot of de student beschikt over de juiste leerstrategieën, of dat hij/zij hier nog hulp bij nodig heeft.
Vraag 3) Denk je dat je het kan?
 zoomt in op het gevoel van competentie, geloof de student in zichzelf dat hij/zij het kan?
Vraag 4) Wil je het doen?

Opdracht
  • Maak groepjes van 4 mensen
  • Bekijk en bespreek de casus met elkaar 
  •  Bedenk met elkaar een aantal (socratische?) vragen op die je aan deze leerling kan stellen waardoor de leerling, gemotiveerd, verder kan.
Inzichtvragen
Vraag 1) Weet je wat je moet doen? 
hiermee achterhaal je op de student het begrijpt en of jouw instructie als docent duidelijk is geweest
Vraag 2) Weet je hoe je het moet doen/aanpakken?
deze vraag legt bloot of de student beschikt over de juiste leerstrategieën, of dat hij/zij hier nog hulp bij nodig heeft.
Vraag 3) Denk je dat je het kan?
 zoomt in op het gevoel van competentie, geloof de student in zichzelf dat hij/zij het kan?
Vraag 4) Wil je het doen?

casus 1) de instructie is mij niet duidelijk hier wordt ik onzeker en in de war van, daarom ga ik maar anderen afleiden en klooi ik een beetje aan
1
Casus 2) ik heb moeite met stampen en onthouden, ik doe altijd hetzelfde maar het werkt niet. Daarom ga ik niet aan de slag. 
2
Socratische vragen
Begripsverhelderende vragen als: “wat maakt het zo lastig?”
Toetsende vragen: “klopt het? Helpt het?”
Hypothetische vragen om nieuwe mogelijkheden te ontdekken: "Stel dat..." 
Casussen
Help!
Casus 3) ik ben onzeker over mijn eigen interview/teken/…. Vaardigheden. Ik denk niet dat ik het kan, daarom kijk ik maar op mijn telefoon. 
3
Casus 4) ik vind het maken van een filmpje/verslag/over …. Niet interessant. Ik snap niet hoe het mij als leerling verder helpt in mijn droom naar ...

4

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn...
"Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die leerlingen bewust inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen; ze leren daardoor ‘hoe’ ze moeten en kunnen leren” 

(afkomstig uit ‘Zelfregulerend leren’ van Pieternel Dijkstra).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn geen effectieve leerstrategieën  ?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

03:07
Wat hebben deze 3 dingen gemeen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachtje
Herlezen, markeren en samenvatten zijn dus geen effectieve manieren om te leren. 

  • Bespreek met je buur wat een effectief alternatief kan zijn voor bovenstaande ineffectieve manieren van leren.
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  • De Cornell methode
  • Mindmap maken
  • Ezelsbruggetjes
  • Flitskaarten
  • Wrts
  • ...

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachtje
  • Teken de Cornell- Methode op een blad.
  • We kijken samen een filmpje.
  • Vul het blad in...

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cornell- methode
  • Bespreek de samenvatting met je buur.
  • Komen die overeen?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effectieve Leerstategieën:  
Retrieval Practice: actief ophalen van de informatie uit je geheugen.
Interleaved Practice: afwisselen van onderwerpen en/of type vragen.
Spaced Practice: leermomenten verspreiden in de tijd
Dual Coding: woord en beeld combineren.
Er zijn verschillende "aantallen" leerstrategieën.
- Pieternel Dijkstra: 14 onderverdeeld in 5 clusters
- Tim Surma en Kristel Vanhoyweghen: 6 leerstrategieën.
De 7 stappen
Stap 1: doel van de les
Stap 2: herhalen
Stap 3: voorkennis activeren
Stap 4: instructie
Stap 5: verwerken 
Stap 6: doelenchecker
Stap 7: afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: expertmethode
In dit artikel staan verschillende leerstrategieën beschreven


  1. Scroll door tot "Wat werkt wel – bewezen effectieve leerstrategieën" 
  2. Verdeel de eerste 4 leerstrategieën onder elkaar. 
  3. Lees  jouw leerstrategie door en maakt aantekeningen.
  4. Leg daarna kort aan elkaar uit wat jij geleerd/ gelezen hebt.
  5. De anderen maken daar aantekeningen van.

Groepjes van 4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doen! 
(a.u.b.)
  • Maak tweetallen en ga tegenover elkaar staan,
  • Elke speler heeft een stapel onzichtbare kaarten in zijn hand 
  • Elke kaart is een willekeurig getal tussen de 1 en de 10.
  • Gelijktijdig draai je een kaart van je " stapel" om.
  • Tegelijkertijd leg je de getrokken kaart op een onzichtbare aflegstapel.
  • Bij het neerleggen roepen ze hardop het cijfer dat op hun kaart staat.
  • Roepen jullie verschillende cijfers, trek dan weer gelijktijdig een nieuwe kaart.
  • Dit gaat zo lang door totdat jullie hetzelfde getal roepen.
  • De speler die dan als eerste "Snap" roept én de dubbele kaart aflegstapel pakt, krijgt een punt.
  • Speel verder totdat één van jullie drie punten heeft.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weerstand!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie reacties op weerstand

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erkennen: omgaan met weerstand

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:59
Wat valt je op aan de manier van boksen van Ali?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:37
Wat valt je op in de manier van verdedigen van de tegenstander?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische tips: omgaan met weerstand

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chinees boksen
  • Kies een partner
  • Ga tegenover elkaar staan op armlengte afstand
  • Doel: de ander omduwen.
  • Succes ;)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies