Doel: Korte uitleg geven over de ZDT en zorgen dat docenten de basis van dit model snappen en kunnen toepassen op hun eigen gedrag en keuzes
Wie weet waar dit voor staat?
Wie weet wat het betekent?
Haal eerst de antwoorden uit de groep en vul bondig aan met de volgende slides per conditie.
Uitleg zelfdeterminatietheorie: vraag of iemand de zelfdeterminatietheorie of zelfbeschikkingstheorie al kent. Geef eventueel de ruimte als een deelnemer hier iets over weet. Waar staat dit model voor? Wat betekent het? Wie past dit al toe in de les? Vertel dat de theorie oorspronkelijk ontwikkeld werd door Edward L. Deci en Richard M. Ryan, maar ondertussen wereldwijd bestudeerd en verder aangescherpt is. Leg uit dat er volgens deze theorie drie natuurlijke basisbehoeften zijn. Als hier aan voldaan wordt, geeft dit gegarandeerd een optimale groei en een hoge motivatie. Deze drie basisbehoeften zijn competentie, autonomie en verbondenheid.
Geef afhankelijk van wat de groep al noemt uitleg: over het algemeen zijn mensen erg begaan met motivatie. Om zelf in actie te komen of anderen daartoe te bewegen. Vaak gebeurt dit door externe factoren zoals beloningen, evaluaties of gevreesde opinies van wat anderen over hen denken (moeten). Maar zeker even vaak komt het uit onszelf, uit interesse, nieuwsgierigheid, zorg voor anderen of door de waarden die we koesteren (willen). Intrinsieke motivatie wordt echter vaak niet beloond of gesteund van buitenaf, toch is deze verantwoordelijk voor passies, creativiteit en volharding. De wisselwerking tussen externe en interne motivators speelt zich af op het terrein van de Zelfdeterminatietheorie. Factoren die de individuele competentie, autonomie en verbondenheid ondersteunen zouden de beste drijfveer zijn om tot actie over te gaan en daarbij zorgen voor betere prestaties, een groter doorzettingsvermogen en meer creativiteit. Omgekeerd tast een tekort aan één van deze drie psychologische basisbehoeften het welzijn van mensen aan. Ook op de werkvloer.