1F: H2, taak 2 'keuken beschrijven'

Welkom 1F!

NT2 (A2-B1)


2 oktober  2023
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1F!

NT2 (A2-B1)


2 oktober  2023

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Lesdoelen
- H2- taak 2
- Verhalen maken
- Oefenen met de woorden

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

- ik heb geoefend met de woorden uit H2- taak 2
- ik kan mijn keuken beschrijven
- ik weet welke proposities voor plaats er zijn
- ik heb geleerd over de infinitief met en zonder te
- ik kan de constructie 'om......te' gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

H2- Taak 2

Opdracht 1 
Welke keuken vind jij het mooist?

Slide 4 - Tekstslide

H2- taak 2
Welk woord bedoel ik?


Ik zet dit aan als ik kook, het maakt soms veel lawaai. Maar als ik dit gebruik ruikt niet mijn hele huis naar eten
De afzuigkap

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?


Dit is vaak erg vol. Er liggen ijsjes, patat, pizza's en andere koude dingen in.
De vriezer

Slide 6 - Tekstslide

Wat bedoel ik?


Dit is erg moeilijk om schoon te maken. Ik kan er wel lekkere taarten in maken
De oven

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?
Helaas is het nu heel erg duur om te gebruiken
Het fornuis

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?


Dit staat vaak erg vol met spullen. Soms is het groot en soms is het klein
Het aanrecht

Slide 9 - Tekstslide

H2- taak 2

Welk woord bedoel ik?

Kies nu zelf een woord uit taak 2 (blz 58) en omschrijf het woord, wij raden!

Slide 10 - Tekstslide

H2- taak 2

Maak opdr. 3

Klaar? Pak een laptop en werk online.



Slide 11 - Tekstslide

Grammatica
Blz 53

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

H2- Taak 2

Waarvoor gebruik je een ........?
Afwasmachine
Afzuigkap
Gootsteen
Fornuis
Oven
Magnetron
Vriezer
koelkast  
Je gebruikt een afwasmachine om je borden schoon te maken
theorie op blz 53
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

H2- Taak 2

Opdracht 6.1 Praat met elkaar over keukens.
(gebruik het werkblad)

Opdracht 6.2
Welke keuken past het beste bij jou? Waarom?
bijvoorbeeld:
  •  goede afmeting
  •  uitstraling (modern, gezellig)

Slide 15 - Tekstslide

Welke preposities heb je nodig voor oefening 7?

Slide 16 - Woordweb

H2- Taak 2

Oefening 7
Beschrijf je eigen keuken. Geef zoveel mogelijk informatie!

Bijvoorbeeld:
Hoe groot?
Hoeveel ramen?
Welke apparaten?
Waar staan de apparaten?

Slide 17 - Tekstslide

H2- Taak 2

Opdracht 8.1 en 8.2

Welke apparaten kies je en waarom?

Slide 18 - Tekstslide

H2- Taak 2

Reflectie- woorden leren

Slide 19 - Tekstslide

H2- Taak 2

Extra opdracht 
(Op padlet en in je mail!)


Wat staat er?

Slide 20 - Tekstslide

Samen verhalen maken

Slide 21 - Tekstslide

SPELLETJE!
Noem een woord dat te maken heeft met het huishouden of iets wat je in de keuken kan vinden. Gooi het de dobbelsteen dan naar een medeleerling.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link