Paragraaf 5.2 - Wat voor ondernemingen?

Paragraaf 5.2 - Wat voor ondernemingen?

Fioretti College
Pincode 3 vmbo gt
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.2 - Wat voor ondernemingen?

Fioretti College
Pincode 3 vmbo gt

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg paragraaf 5.2
  • Huiswerk controle + maken opdrachten paragraaf 5.2

  • Als de docent aan het woord is, is iedereen stil
  • Heb je een vraag/wil je iets zeggen. Steek je hand/vinger op!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Weet je in welke groepen je de productie kunt indelen
  • Weet je hoe in bedrijven, het werk verdeeld wordt
  • Weet je wat een zelfstandige, een eenmanszaak en een zzp'er is
  • Weet je wat een vof is
  • Weet je wat het verschil is tussen een nv en een bv

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Productiesectoren
  • Alle bedrijven en instellingen (zoals een school) kun je in vier groepen indelen
  • Indeling van productie en arbeid -> productiesectoren

Slide 5 - Tekstslide

Primaire sector
Landbouw, visserij en winning van grondstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Secundaire sector
Industrie, bouw en ambachten

Slide 7 - Tekstslide

Tertiaire sector
Commerciële dienstverlening, zoals winkels, banken en transportbedrijven

Slide 8 - Tekstslide

Quartaire sector
Niet-commerciële dienstverlening, zoals onderwijs, gezondheidzorg en overheidsinstellingen

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Taken binnen een bedrijf zijn verdeeld
  • Medewerkers hebben eigen
     specialisatie en doen waar zij goed in zijn
  • Bedrijfsleider -> leidinggevend werk
  • Caissière -> uitvoerend werk
  • Specialiseren binnen het vak Economie
    -> financiële dienstverlening en handel & ondernemerschap

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ondernemingsvormen
Meeste mensen werken in loondienst
  • Kunt ook als zelfstandig ondernemer werken
  • Zelfstandige = inkomen met een eigen onderneming verdienen
  • Inschrijven bij KVK als je een eigen onderneming start
  • Eenmanszaak -> er is maar één baas, maar je kunt wel personeel in   dienst hebben. Eventuele schulden met privégeld afbetalen
  • ZZP'er = Zelfstandige zonder personeel

Slide 12 - Tekstslide

Vennootschap onder firma
Zelfstandige die ervoor kiezen om samen met iemand een bedrijf te hebben. Er zijn meerdere eigenaren
  • Vof = Vennootschap onder firma
  • Eigenaren noem je vennoten of firmanten
  • Je kunt meer eigen geld in de zaak steken
  • Taken verdelen
  • Risico om schulden met privégeld af te betalen

Slide 13 - Tekstslide

Naamloze vennootschap
  • Nv = Naamloze vennootschap
     Bedrijven zoals Philips, KPN of Ahold Delhaize (AH)
  • Meerdere eigenaren die aandeelhouder zijn
  • Iedereen kan aandelen van een nv kopen
  • Aandelen worden meer waard als het bedrijf goed loopt
  • Aandeelhouders hebben recht op een deel van de winst
  • Dividend = winst die aan aandeelhouders wordt uitgekeerd

Slide 14 - Tekstslide

Besloten vennootschap
  • Bv = Besloten vennootschap
  • Lijkt op Nv, maar heeft maar één of
     enkele eigenaren als aandeelhouders
  • Aandelen zijn niet voor iedereen te koop
  • Een van de eigenaren is vaak directeur

  • Bij zowel een Nv als Bv lopen eigenaren met hun privégeld  geen risico.   Eigenaren zijn alleen het geld van hun aandeel kwijt

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maken opdrachten paragraaf 5.2
  • Tussendoor -> huiswerk controle
     Niet af/niet bij = morgen inhalen bij Dagdienst

  • Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op
  • Je werkt alleen of in tweetallen
  • Je ruimt pas op als de bel is gegaan

Slide 16 - Tekstslide

Volgende les
  • Opdrachten paragraaf 5.2 = geen huiswerk!
  • Afmaken opdrachten paragraaf 5.2
  • Werken aan praktische opdracht 

Slide 17 - Tekstslide