Klas 2 les 2 en 3 Leesvaardigheid: Hoofdgedachte, onderwerp, hoofd- en bijzaken

Doel van de les
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- de hoofdgedachte verwoorden
- woordraadstrategieën in te zetten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- de hoofdgedachte verwoorden
- woordraadstrategieën in te zetten

Slide 1 - Tekstslide

Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
intensief/precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 2 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je leert vandaag wat hoofdzaken en bijzaken zijn.
  • Je kunt hoofdzaken en bijzaken onderschijden.
  • Je kunt een samenvatting schrijven van de tekst door per alinea de hoofdzaken te benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Werkwijze
Je leest een krantenartikel en beantwoordt de vragen.
De antwoorden vergelijken we met elkaar.
We bespreken wat je geleerd hebt van deze les.

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk jij dat deze tekst over gaat?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de bron van deze tekst?
A
folder
B
tijdschrift
C
internet
D
krant

Slide 6 - Quizvraag

Met welk doel denk je dat de tekst is geschreven?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren

Slide 7 - Quizvraag

Wat lijkt je interessant
aan deze tekst?

Slide 8 - Woordweb

Wat weet je al
over het onderwerp?

Slide 9 - Woordweb

Lees de tekst globaal.

Slide 10 - Tekstslide

Klopt het onderwerp bij de voorspelling die je net deed? Wat is het onderwerp (noteer het zoals je geleerd hebt)?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Welke alinea's horen bij de inleiding?
A
Alinea 1
B
Alinea 1 en 2
C
Alinea 1, 2 en 3
D
Alinea 1, 2, 3 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de
hoofdgedachte van
deze tekst?

Slide 14 - Woordweb

Welke alinea's horen bij het slot?
A
De laatste alinea
B
De twee laatste alinea's
C
De drie laatste alinea's
D
De vier laatse alinea's

Slide 15 - Quizvraag

Geef aan wat de
deelonderwerpen in
deze tekst zijn.

Slide 16 - Woordweb

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 17 - Quizvraag

Waaraan zie je wat
het tekstdoel is?

Slide 18 - Woordweb

Zoek naar moeilijke woorden. Noteer er twee. Hoe kun je de betekenis achterhalen?
A
Zoeken naar een synoniem een omschrijving of definitie
B
Zoeken naar een voorbeeld in de tekst
C
Zoeken naar een antoniem (tegenstelling)
D
Letten op bekende woorddelen

Slide 19 - Quizvraag

Les 2 
Doel van de les

Je leert:
- mindmap invullen
-samenvatting schrijven


Slide 20 - Tekstslide

Neem deze mindmap over en vul in (onderwerp, hoofdzaken, bijzaken)

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting
Schrijf een samenvatting met behulp van je mindmap.

Slide 22 - Tekstslide

Samenvatting

Gebruik 5 woorden of begrippen uit de tekst.
Schrijf een inleiding, middenstuk en slot in 10 zinnen van totaal ongeveer 100 woorden.  
Schrijf korte zinnen met hoofdletters en punten.
Wissel de tekst uit met je maatje. 
Je maatje kijkt of alle hoofdzasken in je tekst staan. 


Ik kan het werk van mijn klasgenoot op een goede manier beoordelen met behulp van het evaluatieformulier

Slide 23 - Tekstslide

Stap 1: 
Lees de tekst goed door.

Lees de tekst rustig door en probeer te begrijpen waar het over gaat.

Slide 24 - Tekstslide

Stap 2

Onderstreep of markeer de belangrijkste punten.
Zoek naar het onderwerp van de tekst.  Zorg ervoor dat je geen nieuwe informatie toevoegt.

Slide 25 - Tekstslide

Stap 3 
Stel jezelf de vraag: “Waar gaat de tekst over?”
Probeer kort in één of twee zinnen te omschrijven waar de tekst over gaat.


Slide 26 - Tekstslide

Stap 4 
Schrijf de samenvatting in je eigen woorden.
Gebruik je eigen zinnen en vermijd het letterlijk overnemen van de tekst. Zorg ervoor dat je geen nieuwe informatie toevoegt.

Slide 27 - Tekstslide

Stap 5 
Controleer je samenvatting.
Lees je samenvatting na en kijk of alle belangrijke punten erin staan en of het kort en duidelijk is.

Slide 28 - Tekstslide

Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.
D
Niets, ik ben hier al heel goed in.

Slide 29 - Quizvraag