Les 10

Les 10
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2HBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 10

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk:

M opdracht 14
+
Schrijfopdracht B1 (zie bijlage e-mail)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Liedje Kleur
In het liedje hoor je onderstaande zinnen. Steek je hand op als je de zin hoort.
Wat is de betekenis van:
Ik kreeg kriebels in mijn buik.
Mijn bloed gaat sneller stromen als ik je zie.
Ze geeft kleur aan de stad.
Ik hou zielsveel van je.
kleur in dit liedje?

Slide 4 - Tekstslide

3.9 scheidbare werkwoorden blz. 99

Zinsstructuur van de scheidbare werkwoorden in de verschillende tijden:
Voorbeelden van scheidbare werkwoorden: opzoeken, voorkomen, aanraken, uitkiezen, uitkijken, doorbrengen, opbellen.

Presens + imperfectum:
Het prefix en het werkwoord worden gescheiden: 
Het prefix gaat naar het einde van de zin.
voorbeelden: 1 Hij kiest een leuke film uit. 2 Hij koos een leuke film uit.

Perfectum:
Het prefix komt voor het participium. (-ge komt in het midden)
Hij heeft een leuke film uitgekozen.




Slide 5 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden
Opdracht zie volgende dia:

Vul op de stippellijntjes de juiste vorm in
Maak met deze ingevulde vormen een hele zin.

Slide 6 - Tekstslide

presens
imperfectum
perfectum
Ik zoek......op
..............op
heb ......opgezocht
Ik raak..... aan
raakte..........aan
heb ..............
Ik breng....... door
...............door
heb doorgebracht
Ik ......... mee
kreeg.......mee
heb.......meegekregen
Ik kies......uit
.............uit
heb......uitgekozen
Het levert.....op

..........op
heeft .......... opgeleverd
Ik ...........op

trad.....op
heeft......opgetreden
Ik sta.........op
stond.......op
ben...............

Slide 7 - Tekstslide

Regels scheidbare werkwoorden in:

Een bijzin:
Het werkwoord blijft 1 woord en komt aan het einde van de zin.
Ik weet niet of ik kan langskomen.

Om te + infinitief:
Het lijkt me leuk om langs te komen.

Modaal werkwoord: (mogen, moeten, zullen, kunnen, willen)
Ik zal morgen langskomen.
Ik wil morgen langskomen.





Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 17:

Geef aan welke regel (1 t/m 5) we moeten gebruiken:
1 Het presens + imperfectum
2 Het perfectum 
3 In een bijzin
4 In zinnen met te ( om te + infinitief)
5 Na een modaal werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

presens
imperfectum
perfectum
Ik zoek......op
zocht.......op
heb ......opgezocht
Ik raak..... aan
raakte..........aan
heb aangeraakt
Ik breng....... door
bracht.....door
heb doorgebracht
Ik krijg.......mee
kreeg.......mee
heb.......meegekregen
Ik kies......uit
koos......uit
heb......uitgekozen
Het levert.....op

leverde....op
heeft .......... opgeleverd
Ik treed......op

trad.....op
heeft......opgetreden
Ik sta.........op
stond.......op
ben..........opgestaan

Slide 10 - Tekstslide

Regels scheidbare werkwoorden in:

Een bijzin:
Het werkwoord blijft 1 woord en komt aan het einde van de zin.
Ik weet niet of ik kan langskomen.

Om te + infinitief:
Het lijkt me leuk om langs te komen.

Modaal werkwoord: (mogen, moeten, zullen, kunnen, willen)
Ik zal morgen langskomen.
Ik wil morgen langskomen.





Slide 11 - Tekstslide

Zinnen bespreken blz. 101

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 17:

Geef aan welke regel (1 t/m 5) we moeten gebruiken:
1 Het presens + imperfectum
2 Het perfectum 
3 In een bijzin
4 In zinnen met te ( om te + infinitief)
5 Na een modaal werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Zinnen maken
Kies 5 woorden uit de vocabulairelijst van H3 en maak zelf zinnen.
Probeer ook de de onregelmatige werkwoorden of scheidbare werkwoorden van dit hoofdstuk.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk:

M opdracht 24 en 25

Slide 15 - Tekstslide