23/10, vaste tekststructuren I

maandag 23 oktober
planning:
- lezen
- planning week 43 en 44
- herhaling vaste tekststructuren.
- Aan de slag:oefenen leesvaardigheid


timer
15:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

maandag 23 oktober
planning:
- lezen
- planning week 43 en 44
- herhaling vaste tekststructuren.
- Aan de slag:oefenen leesvaardigheid


timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les 
- Je kent drie verschillende tekststructuren.

- Je kunt deze herkennen in verschillende teksten. 

Slide 2 - Tekstslide

week 43:

- maandag: tekststructuren
- dinsdag: begrippen fictie
- donderdag: tekststructuren
week 44:

- maandag: verbanden en signaalwoorden
- dinsdag: begrippen poëzie
- donderdag: kernzinnen/hoofdgedachte

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Uit welke drie delen bestaat een tekst (of presentatie) meestal?

Slide 5 - Woordweb

Wat kan het doel zijn van de schrijver van een tekst?

Slide 6 - Woordweb

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 7 - Woordweb

Tekststructuren
1. Probleem-oplossingsstructuur

2. Verklaringsstructuur

3. Verleden-heden-toekomststructuur

Slide 8 - Tekstslide

probleem-oplossing
inleiding
                probleem (+gevolgen)

middenstuk
              oorzaken  
              gevolgen
              oplossingen

slot:
             de beste oplossing

Slide 9 - Tekstslide

verklaring
inleiding:
                verschijnsel

middenstuk:
               kenmerken en voorbeelden
               verklaringen/oorzaken/redenen

slot:
             samenvatting of conclusie

Slide 10 - Tekstslide

verleden-heden-toekomst
inleiding:
                introductie van het onderwerp

middenstuk:
              situatie vroeger
              situatie nu/ontwikkeling van vroeger naar nu

slot:
             conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst

Slide 11 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
a. probleem/oplossingsstructuur
b. vraag-antwoordstructuur
c. verleden/hedenstructuur

Slide 12 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
a. probleem-oplossingsstructuur
b. verleden-hedenstructuur
c. vraag-antwoordstructuur

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
a. probleem/oplossingsstructuur
b. vraag-antwoordstructuur
c. verleden/hedenstructuur

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag 
Zoek van alle drie de tekststructuren (blz 12/13 lesboek) een voorbeeld in je tijdschrift/krant. Plak deze op je vel papier. 

Geef bij elke tekst aan:
Welke tekststructuur?
Wat is de inleiding / de kern / het slot? ( met kleurtjes)
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat is de bron?
 

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken

Slide 16 - Tekstslide

Nog even checken

Terug naar de LessonUp

Slide 17 - Tekstslide

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 18 - Quizvraag

In een probleem/oplossingsstructuur staat in het slot beschreven de beste....

Slide 19 - Open vraag

In een verleden/hedenstructuur staat in het middenstuk beschreven de situatie....

Slide 20 - Open vraag

Ik kan nu drie tekststructuren benoemen en vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

aan de slag:
 - klassikaal maken oefentekst (wordt uitgedeeld)

Slide 22 - Tekstslide