H4 afronden

H4 Waarnemen en reageren
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 Waarnemen en reageren
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Toetsvoorbereiding
-Vragen/verzoekjes? 
-Tips in magister
-Opdracht....

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiden op de toets
In stilte:
-Blader in je boek hoofdstuk 4 door t/m paragraaf 4.4 
(blz 8 t/m 39)
-Schrijf op als je ergens nog een vraag over hebt.... 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden op de toets
Je leert hoofdstuk 4.1 t/m 4.4. Hoe kan je dit doen?
-De paragrafen in het tekstboek goed lezen en leren.
-De bronnen in het hoofdstuk leren.
-Samenvatting of mindmap maken.
 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorbereiding toets vervolg
Op nectar online oefenen:
-Test jezelf
-Examentraining 
-Oefentoets (niet vraag 16, 17, 19 en 25)

(We kijken samen op nectar.nl)

Slide 8 - Tekstslide

Extra lesmateriaal:
-bioplek.org/inhoud-animaties-vmbo.html
Hier kan je animaties van zintuigen en het zenuwstelsel bekijken.
-biologiepagina.nl/34mavo/Waarnemen/inleiding.htm
Video's en oefeningen over de zintuigen
-biologiepagina.nl/34mavo/6Regeling/inleiding.htm
Video's en oefeningen over het zenuwstelsel






Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Hoe noemen we het rode gedeelte in het zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel
B
De zenuwen
C
Het centrale zenuwstelsel
D
Het hersenstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Welke opmerking over impulsen is juist?
A
Impulsen laten zintuigen reageren.
B
Impulsen bevatten informatie over de situatie buiten het lichaam.
C
Impulsen kunnen ontstaan in zintuigen.
D
Impulsen gaan altijd naar spieren toe.

Slide 12 - Quizvraag

De functie van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken

Slide 13 - Quizvraag

Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
sleep de juiste namen naar de zenuwcellen

Slide 14 - Sleepvraag

De aap heeft jeuk. Via uitlopers van zenuwcellen komen                     eerst aan in zijn                          . Daarna komen de                     aan in de             hersenen.
impulsen
ruggenmerg
impulsen
grote
kleine
prikkels
prikkels
hersenstam

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom hebben mensen en dieren reflexen?
A
Uit bescherming
B
Door gewoontes
C
Door aangeleerd gedrag veel te herhalen
D
Zo hoef je niet bij elke handeling na te denken

Slide 16 - Quizvraag

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde waarlangs het licht gaat?
A
netvlies => glasachtig lichaam => lens => pupil -=>hoornvlies
B
hoornvlies => pupil => lens => glasachtig lichaam => netvlies
C
lens => hoornvlies => pupil => glasachtig lichaam => netvlies
D
glasachtig lichaam => pupil => hoornvlies => netvlies => lens

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de prikkel van staafjes?
A
geluid
B
licht
C
smaakstoffen
D
geurstoffen

Slide 19 - Quizvraag

Pietertje leest een zin in een boek. Hoe stellen zijn ogen scherp op de letters van de zin?
A
De accomodatiespier trekt samen, de lens wordt boller
B
De accomodatiespier ontspant, de lens wordt boller
C
De accomodatiespier trekt samen, de lens wordt platter
D
De accomodatiespier ontspant, de lens wordt platter.

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet de pupil/wat is de functie van de pupil?
A
Regelt de hoeveelheid licht die in je oog komt.
B
Regelt dat je altijd scherp kunt zien.
C
Zorgt dat je kunt focussen.
D
Zorgt ervoor dat je kleuren kunt zien.

Slide 21 - Quizvraag

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 22 - Sleepvraag

Wanneer hoor je het geluid?
A
Wanneer de trilling je trommelvlies is gepasseerd
B
Wanneer de hamer de stijgbeugel laat bewegen
C
Wanneer je slakkenhuis het impuls verstuurt
D
Wanneer het impuls in de hersenen is aangekomen

Slide 23 - Quizvraag