In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
zenuwstelsel dl2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Soorten zenuwcellen kunnen noemen bij een reflex en gewilde beweging;
2. Soorten zenuwcellen kunnen herkennen op grond van ligging en bouw;
3. Uit kunnen leggen hoe impulsen voortgeleid worden;
4. Relatie tussen prikkelsterkte en impulsen geven.
Slide 2 - Tekstslide
Reflexbaan: even herhalen
In welke volgorde loopt de informatie-verwerking?
Geef de namen.
Slide 3 - Tekstslide
Geef de namen van de reflexboog in de juiste volgorde
Slide 4 - Open vraag
Reflexen moeilijk?
Bekijk dan de animatie bij de volgende dia.
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af
Slide 7 - Quizvraag
Bouw van zenuwcellen (neuronen)
Dendriet: loopt naar cellichaam toe
Axon: uitloper, loopt van cellichaam af
Om axon zitten isolatielaagjes van de cellen van Schwann
Cellichaam: bevat kern
Synaps: axoneinde naar volgende zenuwcel/spier
Slide 8 - Tekstslide
Soorten neuronen
Sensorisch neuron;
Schakelcel;
Motorisch neuron
Zoek de verschillen en noteer ze in je portfolio
Slide 9 - Tekstslide
Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon
Slide 10 - Quizvraag
Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen
D
geen van alle
Slide 11 - Quizvraag
Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel/ sensorisch neuron?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel
Slide 12 - Quizvraag
Welk neuron eindigt bij een spier?
A
schakelcel
B
sensorisch neuron
C
motorisch neuron
Slide 13 - Quizvraag
Reflexboog: via ruggenmerg met grijze en witte stof
Cellichamen van schakelcel en motorisch neuron in liggen in de grijze stof
Slide 14 - Tekstslide
Reflexboog, de hersenen worden pas later geïnformeerd: via witte stof ontvangen zij info via axonen
Slide 15 - Tekstslide
Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld? En als in de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
Ja Ja
B
Ja Nee
C
Nee Ja
D
Nee Nee
Slide 16 - Quizvraag
Bouw van een zenuwcel: namen?
Weet je ze nog?
Slide 17 - Tekstslide
Heb je de namen goed?
1= dendriet
2= cellichaam
3=celkern
4=axon
5=synaps/einde axon
Slide 18 - Tekstslide
Impulsgeleiding
1. Myelineschedes zorgen voor sprongsgewijze impulsgeleiding.
2. Alleen op de open stukken
zijn er impulsen die doorgegeven worden naar volgende stuk zonder myeline.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
impuls=actiepotentiaal=spanningsverandering:
Wat gebeurt er bij een actiepotentiaal?
Slide 21 - Tekstslide
actiepotentiaal ontstaat door NA+ instroom na prikkeling:
de binnenkant gaat van negatief naar positief;
de spanning tussen de buitenkant en binnenkant draait om
Slide 22 - Tekstslide
De actiepotentialen worden sprongsgewijs doorgegeven. In welke richting?
Bij een actiepotentiaal draait de lading om: binnen wordt + ipv - door Na+ instroom (=depolarisatie)
Slide 23 - Tekstslide
Impulsgeleiding meten
Een actiepotentiaal kan je meten. In de volgende animatie zie je hoe.
Je ziet ook het herstel na de instroom van Na+:
K+ stroomt naar buiten en daarna herstelt de lading, klaar voor een nieuwe actiepotentiaal