18.3 Wisselkoersen

Leerdoelen § 3: wisselkoersen
  1. Je kunt uitleggen wat een wisselkoers is en hoe wisselkoersen kunnen stijgen en dalen.
  2. Je kunt uitleggen wat de gevolgen van een wisselkoersverandering zijn.
  3. Je kunt uitleggen wat een vaste wisselkoers is en hoe de centrale bank ingrijpt bij vaste wisselkoersen.
  4. Je kunt de beperkingen van monetair beleid uitleggen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 3: wisselkoersen
  1. Je kunt uitleggen wat een wisselkoers is en hoe wisselkoersen kunnen stijgen en dalen.
  2. Je kunt uitleggen wat de gevolgen van een wisselkoersverandering zijn.
  3. Je kunt uitleggen wat een vaste wisselkoers is en hoe de centrale bank ingrijpt bij vaste wisselkoersen.
  4. Je kunt de beperkingen van monetair beleid uitleggen.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

18.3       Wisselkoersen
De hoeveelheid geld die, een land binnenkomt en de hoeveelheid
geld die een land uit gaat, verschilt per periode. 
De deviezenvoorraad of valutareserve is de voorraad vreemde
valuta die een land in bezit heeft. Deze is dus aan voortdurende
verandering onderhevig.

Deviezenvoorraad of valutareserve:
Voorraad vreemde valuta die een land in bezit heeft.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen
De prijs van een munt die op de valutamarkt tot stand komt, 
is de wisselkoers van een valuta. Je kunt de prijs van een
valuta op twee manieren noteren:

1. De directe notering waarbij je de eigen valuta uitdrukt in vreemde valuta, 
    bijvoorbeeld € 1= $ 1,08.
2. De indirecte notering is de notering waarbij je de vreemde valuta uitdrukt in eigen valuta,      bijvoorbeeld £ 1 = € 0,89.


Wisselkoers:
Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld
Stel dat een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans van de VS ontstaan is omdat Amerikaanse bedrijven veel meer uit de eurolanden importeren dan zij naar de eurolanden exporteren. Om de import te kunnen betalen hebben de Amerikaanse bedrijven euro’s nodig. Op de valutamarkt zullen ze euro’s vragen in ruil voor dollars. De Amerikaanse export naar de eurolanden zorgt voor vraag naar dollars en aanbod van euro’s door eurolanden. Door het tekort op de betalingsbalans van de VS zal de vraag naar dollars kleiner zijn dan het aanbod. De koers van de dollar ten opzichte van de euro zal dalen.

Slide 5 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

18.3       Wisselkoersen

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen
Verband tussen nominale rente in een land en de wisselkoers:

De centrale bank van een land (of unie van landen) kan de nominale rente verhogen.  Hierdoor wordt het voor beleggers uit andere landen aantrekkelijker om in dat land te beleggen. Om te kunnen beleggen hebben die valuta nodig. De vraag naar die munteenheid stijgt waardoor de koers van die munt stijgt.

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 18.16

Slide 9 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

18.3       Wisselkoersen
Wisselkoersen die door vraag en aanbod bepaald worden, noem
je flexibele (zwevende) wisselkoersen. Door marktwerking kan 
de wisselkoers stijgen (appreciatie) of dalen (depreciatie). 
De marktwerking zorgt ervoor dat ontstane overschotten of 
tekorten op de betalingsbalans verminderen.

Flexibele wisselkoers:
Wisselkoers die wordt bepaald door vraag en aanbod.  

Appreciatie:
Stijging van wisselkoers door marktwerking.

Depreciatie:
Daling van wisselkoers door marktwerking.

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen
Een flexibele wisselkoers zorgt voor onzekerheid over 
opbrengsten bij internationale handel. Soms hanteren landen 
daarom een vaste wisselkoers.

De overheid van een land besluit dan om de wisselkoers niet
door de markt te laten bepalen maar stelt zelf een koers vast, dit noem je een vaste wisselkoers.
Vaste wisselkoers:
Landen spreken een vaste wisselkoers af.

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen
Als de koers van een munt te hoog of te laag staat volgens een 
centrale bank dan kan deze hierop ingrijpen. We spreken dan 
over een interventie:
1. Directe interventie of valuta-interventie.
    De centrale bank gaat zelf valuta kopen of verkopen op de 
    valutamarkt. Deze vraag of dit aanbod leidt tot een koersverandering.
2. Indirecte interventie of rente-interventie.
    De centrale bank kan de rente verhogen. De vraag naar de munt stijgt
    waardoor de koers van die munt stijgt.

Interventie:
De centrale bank van een land grijpt in om ervoor te zorgen dat de koers op peil blijft.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.3       Wisselkoersen









https://www.youtube.com/watch?v=4NRbUThoYA0
Monetair trilemma:
Het realiseren van een vrij kapitaalverkeer, een vaste wisselkoers, en onafhankelijk
monetair beleid gericht op de inflatie, kan niet gelijktijdig
plaatsvinden.

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 14 op pagina 218 en 17 op pagina 220.

Slide 14 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.