5H: Crisis, wisselkoersen, interventies

Bijna vakantie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijna vakantie

Slide 1 - Tekstslide

Zin in de vakantie?
A
JAAAA!!!!!
B
nee
C
Weet niet......

Slide 2 - Quizvraag

Wisselkoersen
Alle PP staan in de gedeelde map, deze map vind je via Classroom.
Er is nog een aantal opgaven dat we moeten bespreken over dit onderwerp en nog een heel klein stukje theorie voor het SE6.
Maar eerst even checken of jullie nog iets weten over wisselkoersen. Je hebt je telefoon, werkboek, schrift, pen en rekenmachine nodig.

Slide 3 - Tekstslide

Wisselkoersen
wisselkoers: de prijs van een munt uitgedrukt in de waarde van een andere munt.

Kijk mee, lees mee, denk mee en reken mee!
Telefoon, werkboek, schrift, pen en rekenmachine.

Slide 4 - Tekstslide

$1 = € 0,83
Dit is de wisselkoers van de euro
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

$1 = € 0,83
$1 = € 0,95
Dit is .......
A
appreciatie van de dollar
B
depreciatie van de dollar

Slide 6 - Quizvraag

De hoogte van de wisselkoers van de euro wordt bepaald door:
A
de EU
B
de Europese Centrale Bank
C
vraag en aanbod

Slide 7 - Quizvraag

Op oktober 2006: $1 = € 0,59
oktober 2008: $1 = € 0,65, bereken de verandering van de koers van de euro in procenten. getal+%

Slide 8 - Open vraag

berekening
de koers van de dollar is gegeven. De verandering in % van de euro wordt gevraagd dus eerst omrekenen!
okt 2006 €1 = 1/ 0,59 = $1,69
okt 2008 €1 = 1/ 0,65 = $1,54
N-O/O x 100% =
1,54 - 1,69 / 1,69 x 100% = - 8,9%

Slide 9 - Tekstslide

Saldo lopende rekening + saldo kapitaalrekening = saldo betalingsbalans
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bij een overschot op de betalingsbalans wordt er meer ontvangen uit het buitenland dan betaald aan het buitenland. Hierdoor neemt de valutareserve af

A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Bij een overschot op de betalingsbalans wordt er meer ontvangen uit het buitenland dan betaald aan het buitenland. Hierdoor neemt stijgt de koers van de valuta.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Interventies op de valutamarkt
Interventies = ingrijpen (tussenkomst) = De centrale bank van een land heeft twee instrumenten om de wisselkoers van haar land te beïnvloeden: de rente en een valuta-interventie (= steunaankopen of steunverkopen).

Slide 13 - Tekstslide

De Centrale Bank wil buitenlandse beleggers aantrekken en zo de vraag naar eigen munt vergroten. De Centrale Bank zal de rente dus moeten .....
A
verhogen
B
verlagen

Slide 14 - Quizvraag

Het verhogen van de rente door de Centrale Bank kan problemen geven in een situatie van ............
A
laagconjunctuur
B
hoogconjunctuur

Slide 15 - Quizvraag

De Centrale Bank wil de wisselkoers van haar land verhogen. Ze zal hiervoor vreemde valuta moeten aankopen in ruil voor haar eigen valuta.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De Centrale Bank wil de wisselkoers van haar land verhogen. Ze zal hiervoor haar eigen valuta moeten aankopen in ruil voor vreemde valuta. Hierdoor zal de valutareserve afnemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Interventies op de valutamarkt
Interventies = ingrijpen (tussenkomst) = De centrale bank van een land heeft twee instrumenten om de wisselkoers van haar land te beïnvloeden: de rente en een valuta-interventie (= steunaankopen of steunverkopen).
De voorgaande vragen zijn gelijk de antwoorden van de opgave 'Interventies op de valutamarkt'

Slide 18 - Tekstslide

Wisselkoersen
De volgende les is gelukkig weer op school. 
Na de vakantie nog één weekje tot de toetsweek en SE6.
Maak lekker wat opgaven voor economie in de vakantie bijvoorbeeld: 'Rente en wisselkoersen in een model', 'Oververhit IJsland koelt af' en 'Peso Doble crisis'
Alvast een hele, hele, goede vakantie!!!!

Slide 19 - Tekstslide