Herhaling Past Simple


Herhaling
Past Simple

=
Verleden tijd
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Herhaling
Past Simple

=
Verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort bij de past simple? 
Sleep ze naar het vak toe. 
ww+ed
2e rij IV
Tomorrow
Yesterday
ww+ing
was/were
am/is/are
Nu bezig
Afgelopen
Is gebeurd

Slide 2 - Sleepvraag

Staat de volgende zin in de past simple?
They walked home last night.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de Past Simple?
We play basketball every day.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Past Simple gaat over het verleden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je zet -ed achter het werkwoord als je de past simple moet maken
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je gebruikt het 1e rijtje onregelmatige werkwoorden voor de past simple.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling Past Simple
Past simple = verleden tijd 
Het is in het verleden gebeurd en afgelopen. 
+ Vorm = werkwoord + ed of 2e vorm IV
- vorm = didn't(did not)+hele ww
? vorm = did+ond+ww
Belangrijke woorden in de zin die past simple aangeven:
Yesterday, last ..., a month ago, in ..., the day before yesterday, last night

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Deze moet je uit je hoofd leren.

Slide 9 - Tekstslide

Quiz questions
Choose the correct answer
If you want to, use your book for the answers

Slide 10 - Tekstslide

She (to bring) me to the doctor's yesterday.
A
brings
B
brought
C
bringed
D
was brought

Slide 11 - Quizvraag

They (to fall) from a cliff last year.
A
fall
B
fell
C
falled
D
was falling

Slide 12 - Quizvraag

I (to catch) the last train home last night.
A
catch
B
caught
C
catched
D
was catching

Slide 13 - Quizvraag

We (to eat) three whole pizzas yesterday.
A
eat
B
ate
C
eated
D
were eating

Slide 14 - Quizvraag

I (to throw) the ball very hard during my last match.
A
threw
B
throwed
C
throw
D
was throwin

Slide 15 - Quizvraag

She (to ask) really silly questions during class yesterday.
A
asks
B
was asking
C
ask
D
asked

Slide 16 - Quizvraag

The boy (to beg) the girl to come back after they had broken up.
A
begged
B
beged
C
begs
D
was begging

Slide 17 - Quizvraag

I (to trust) you with my Phone and now you have broken it.
A
trusts
B
trust
C
was trusting
D
trusted

Slide 18 - Quizvraag

We (to start) a fire because we were cold.
A
start
B
starts
C
was starting
D
started

Slide 19 - Quizvraag

He (to be) afraid of his own dog last year.
A
beed
B
was
C
were
D
was being

Slide 20 - Quizvraag

Harry and Sally (to be) best friends in high school.
A
beed
B
was
C
were
D
were being

Slide 21 - Quizvraag

Open questions

Slide 22 - Tekstslide

The man (to lose) his wallet in the subway yesterday.

Slide 23 - Open vraag

We (to hear) her singing last night. It sounded beautiful.

Slide 24 - Open vraag

Greg and Simone (to see) the Titanic film in 1997.

Slide 25 - Open vraag

The bomb (to explode) in the dunes during World War II.

Slide 26 - Open vraag

It (to blow) the whole city up.

Slide 27 - Open vraag

I (to feel) sick after eating all that chocolate.

Slide 28 - Open vraag

The boys (to do) their chores today.

Slide 29 - Open vraag

Opdracht 3
Je gaat nu verder met oefenen op websites. 
Gebruik de lijst met onregelmatige werkwoorden in deze LessonUp en in je boek. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link