Leestekens

Leestekens

1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Link

Na de les
Je kunt komma's 
op de juiste plek 
in de zin zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Eind van de zin
punt

vraagteken

uitroepteken

Slide 4 - Tekstslide

In de zin...
Komma

tussen delen van een opsomming

vóór woorden zoals want, maar en omdat

Slide 5 - Tekstslide

Pak je boeken, mobiele telefoon, sleutels, pen, potlood enz.
Ik vind wiskunde leuk, maar geschiedenis nog leuker, want die leraar is leuk, omdat hij grappig is.
opsomming
want, maar en omdat

Slide 6 - Tekstslide

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
Geert Julius en Fleur, gaan naar het park.
B
Geert Julius en Fleur, gaan naar het park.
C
Geert, Julius en Fleur gaan naar het park.

Slide 7 - Quizvraag

waar staat de komma op de juiste plek?
A
Het is nog vroeg maar, het is al licht.
B
Het is nog vroeg, maar het is al licht.

Slide 8 - Quizvraag

waar staat de komma op de juiste plek?
A
Ze gaan fietsen, omdat lopen te ver is.
B
Ze gaan fietsen omdat, lopen te ver is.

Slide 9 - Quizvraag

Je gebruikt een komma
A
als dat er goed uitziet.
B
je geen zin hebt om een punt te zetten.
C
bij een opsomming.
D
zo min mogelijk.

Slide 10 - Quizvraag

Einde

Slide 11 - Tekstslide