significantie

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen met significantie
  • Hoeveel significante cijfers?
  • Rekenen met significantie
  • Wetenschappelijke notatie 

Slide 2 - Tekstslide

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 1,04870 mL
A
1
B
6
C
5
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,345 g
A
4
B
1
C
3
D
Kun je zo niet bepalen

Slide 4 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,0002 mL
A
1
B
5
C
4
D
kun je zo niet bepalen

Slide 5 - Quizvraag

In hoeveel significante cijfers moet je antwoord op deze vraag staan:
De agent meet een remspoor van 12,00 mm, een vingerafdruk van 1,2 mm en een haar van 0,04 mm
A
4
B
2
C
3
D
1

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt 3 armbanden van 12,35 g goud per armband. Hoeveel gram is dat in totaal? 37,05 g goud.
Staat het antwoord in het juiste aantal significante cijfers?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord:
12,0 g : 2,0 m3 = ..... g/m3
A
6,0 g/m3
B
6,00 g/m3
C
6 g/m3

Slide 8 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord:
0,48 L + 0,02 L =... L
A
0,50 L
B
0,5 L

Slide 9 - Quizvraag

Wetenschappelijke notatie

Slide 10 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie

Slide 11 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 12 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 13 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 14 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
Schrijf 0,000378 in wetenschappelijke notatie



Slide 17 - Tekstslide

Schrijf zonder wetenschappelijke notatie:

6,358101

Slide 18 - Open vraag

Schrijf zonder wetenschappelijke notatie
4,3103

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie:

25,6

Slide 20 - Open vraag

In de wetenschappelijke notatie...
A
104
B
105
C
106
D
107

Slide 21 - Quizvraag