Bij vulkanisme komt materiaal uit de aarde door openingen in de aardkorst naar buiten. Dat materiaal is heet vloeibaar gesteente waarin gassen kunnen zitten en brokken vast gesteente van de omringende aardkorst. Zolang het nog in de aarde zit, noem je het magma. Is het eenmaal naar buiten gestroomd, dan heet het lava. Soms wordt het magma bij een vulkaanuitbarsting (of eruptie) explosief de lucht in geslingerd in klonten van groot tot heel klein. De grote klonten stollen tot vulkanische bommen. Ook komen er veel kleine deeltjes vrij. Dat zijn asdeeltjes. Al dit materiaal samen heet een pyroclastische stroom. Het uitgestroomde en uitgeworpen materiaal vormt rond het uitstroomgat (de krater) een berg: een vulkaan.