Het spijsverteringsstelsel

Het spijsverteringsstelsel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Welk orgaan is géén spijsverteringsorgaan ?
A
de maag
B
het hart
C
de slokdarm
D
de dunne darm

Slide 2 - Quizvraag

Zet de organen van het spijsverteringsstelsel in de juiste volgorde.
anus
maag
dikke darm
endeldarm
slokdarm
dunne darm
twaalfvingerige darm
blinde darm

Slide 3 - Sleepvraag

slokdarm
mond
maag
pancreas
dikke darm
lever
dunne darm
endeldarm

Slide 4 - Sleepvraag

Voedingsstoffen opnemen.
Water onttrekken uit voedselbrij.
Voedsel tijdelijk opslaan en klaar maken voor vertering. 
Dikke darm
Dunne darm
Maag

Slide 5 - Sleepvraag

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal ?
A
slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
dunne darm, maag, slokdarm, dikke darm
C
maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
D
maag, dikke darm, dunne darm, slokdarm

Slide 6 - Quizvraag

Vanuit welke darm gaat eten je lichaam uit ?
A
stopdarm
B
blinde darm
C
dikke darm
D
endeldarm

Slide 7 - Quizvraag

Waarom zitten er plooien aan de binnenkant van je maag ?
A
Ze helpen het voedsel verteren.
B
Ze helpen het voedsel te verplaatsen naar de darmen.
C
Hier wordt voedsel in opgeslagen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn enzymen ?
A
Stoffen in je voedsel die oplosbaar zijn.
B
Stoffen in maagsap die voedsel oplossen in water.
C
Stoffen in maagsap die vocht uit voedsel onttrekken.

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar ? Enzymen werken beter wanneer voedsel goed gekauwd is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waarom zijn vezels belangrijk ?
A
Zonder vezels kan je darmwand niet goed kneden .
B
Zonder vezels begint je darm snel te kneden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van de dikke darm ?
A
Hij voegt water toe aan je darminhoud.
B
Hij zorgt ervoor dat je darminhoud indikt.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is nummer 6 ?
A
blinde darm
B
alvleesklier
C
galblaas
D
anus

Slide 13 - Quizvraag

Wat is nummer 2 ?
A
endeldarm
B
maag
C
lever
D
slokdarm

Slide 14 - Quizvraag

In het woord spijsvertering zit het woord 'spijs'. Wat wil dit zeggen ?
A
drinken
B
huis
C
eten
D
mens

Slide 15 - Quizvraag

Wat doet speeksel ?
A
Het maakt het voedsel nat.
B
Het geeft eten een lekkere smaak.
C
Je kan gemakkelijker je tanden poetsen.
D
Het zorgt ervoor dat je eten gemakkelijker je keel binnen kan glijden.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe lang is de dunne darm ?
A
8 meter
B
7 meter
C
6 meter
D
9 meter

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet de slokdarm ?
A
Niks.
B
Brengt het voedsel lager in het lichaam.
C
Zorgt ervoor dat je niet kan stikken.

Slide 18 - Quizvraag


Wat is ingestie?

Slide 19 - Open vraag

Ingestie
Het opnemen of consumeren van voeding via de mond.

Slide 20 - Tekstslide


Wat is mechanische verwerking?

Slide 21 - Open vraag

Mechanische verwerking

Mechanische verwerking is het proces waarbij het eten wordt gekauwd. 

Slide 22 - Tekstslide


Wat is vertering?

Slide 23 - Open vraag

Vertering
Chemische afbraak van voedsel. 
Hierbij wordt het voedsel afgebroken tot kleine organische bouwstoffen die het in het spijsverteringskanaal kan worden opgenomen.

Slide 24 - Tekstslide


Wat is secretie?

Slide 25 - Open vraag

Secretie
De afgifte van water, zuren, enzymen en buffers.

Slide 26 - Tekstslide


Wat is de opname?

Slide 27 - Open vraag

Opname
De verplaatsing van voeding uit het spijsverteringskanaal in het bloed.

Slide 28 - Tekstslide


Wat is uitscheiding?

Slide 29 - Open vraag

Uitscheiding
De verwijdering van afvalstoffen uit de lichaamsstoffen. 
Binnen het spijsverteringskanaal worden deze afvalstoffen ingedikt en in de vorm van ontlasting via defecatie uit het lichaam verwijderd. 

Slide 30 - Tekstslide