9.3 Het hart

9.3 Het hart
Holle spier. 
Borstholte, links van het midden. 
Ongeveer zo groot als een vuist. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9.3 Het hart
Holle spier. 
Borstholte, links van het midden. 
Ongeveer zo groot als een vuist. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ligging van het hart
Bij de mens ligt het hart achter het borstbeen. De onderkant, de hartpunt, wijst naar links. Het hart heeft ongeveer de grootte van een gebalde vuist en bestaat voornamelijk uit hartspierweefsel.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van het hart
2 harthelften linker        en rechter
Elke harthelft een boezem         en een kamer
Kamers: sterke wand
Boezems: dunne wand
Tussen boezem en kamer: hartklep (linker en rechter).
Tussen kamers en slagaders: halvemaanvormige kleppen. 
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8

Slide 5 - Tekstslide

De werking van het hart

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Anatomie van het hart
Huiswerk volgende les:

Werkblad Hart en Bloedvaten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hart
Boezems
Kamers
Hartkleppen
Aders
Slagaders
Aorta


Slide 10 - Tekstslide

Werking van het hart
Bloed passeert twee keer het hart, in de kleine en in de grote bloedomloop.
Kleine bloedsomloop: rechterkamer ► longslagader ► naar de longen ► longader ► linkerboezem.
Grote bloedsomloop: linkerkamer ► aorta ► lichaam ► holle aders ►rechterboezem.

Slide 11 - Tekstslide

Diastole = ontspannen / Systole = samentrekken
Gebeurt aan beide kanten tegelijkertijd.
Diastole
Kamersystole
Boezemsystole
Kamerdiastole
Boezemdiastole

Slide 12 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop
holle aders (1) → rechterboezem (RB) (2) → rechterkamer (RK) (3) → longslagader (4) → haarvaten van de longen (5) → longaders (6) → linkerboezem (LB) (7) → linkerkamer (LK) (8) → aorta (9) → haarvaten van de organen (10) → weer terug bij de holle aders (1).

Slide 13 - Tekstslide

Kransslagaders en kransaders
De hartspier zelf wordt gevoed door de kransslagaders. 
Vertakkingen van de aorta, vlak nadat deze het hart heeft verlaten. 
Ze lopen in een krans om het hart, op de grens van boezems en kamers en vertakken zich over de hele hartspier. 
De kransslagaders voorzien het hart van zuurstofrijk bloed. 
Via de kransaders komt het zuurstofarme bloed terug in de rechterboezem.
Snijrand van het hartzakje
1
Vetweefsel
2
Rechterboezem
3
Rechter kransslagader
4
Rechterkamer
5
Vertakking van de rechterkransader
6
Linkerboezem
7
Linkerkransader
8
linker kransslagader
9
Hartpunt
10

Slide 14 - Tekstslide

De bloeddruk
De bloeddruk is de druk die het bloed op de bloedvaten uitoefent. 
Bloeddruk is afhankelijk van het samentrekken van het hart. 
 Bovendruk (120) is het gevolg van de kamersystole (systolische druk).
Onderdruk (80) (diastolische druk) is het gevolg van de kamerdiastole.

Slide 15 - Tekstslide

De bloeddruk
Bloeddruk neemt af naarmate het bij de haarvaten komt. 
In de haarvaten is het bijna 0. 
In de aders is er ook geen bloeddruk.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het (huis) werk
9.3 Het hart

Slide 17 - Tekstslide