5.1 Verbrandingsproducten deel b (of andersom)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H5.1 Reacties en reactieproducten & 

H5.2 Reactievergelijkingen opstellen 

Opbouw van de les

Blok 1: H5.1 Verbrandingsproducten

Blok 2: oefenen met symbolen van atoomsoorten

Blok 3: H5.2 Naamgeving

Blok 4: H5.2 Verbrandingsreacties

Klassikale afsluiting

H5.1 Leerdoelen

5.1.1 Je kunt aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.

Verbranding

Een verbranding is een reactie van een brandstof met zuurstof waarbij een verbinding met zuurstof ontstaat. Dit noem je een oxide

 Na verbranding is:

A: De kant van het metaal lichter geworden

B: De balans gelijk gebleven

C: De kant van het metaal zwaarder geworden

Vraag: 

Ik verbrand een stukje metaal op een balans.

 Na verbranding is:

A: De kant van het metaal lichter geworden

B: De balans gelijk gebleven

C: De kant van het metaal zwaarder geworden

Vraag: 

Ik verbrand een stukje metaal op een balans.

Verbrandingsproducten

CH​4​​+2O​2​​→CO​2​​+2H​2​​O

Verbranding aardgas

Verbranding benzine

2C​8​​H​18​​+25O​2​​→16CO​2​​+18H​2​​O

Verbrandingsproducten

Element	Naam van oxide	Formule
Koolstof	Koolstofdioxide
Waterstof	Water
Zwavel	Zwaveldioxide

CO​2​​

H​2​​O

SO​2​​

Maken

Opdracht 1, 2, 4, 6, 7

Oefen de symbolen van atoomsoorten

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort

Zuurstof

Waterstof

Koolstof

Zwavel

O

C

S

H

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort

Chloor

Fosfor

Jood

Fluor

Cl

I

F

P

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort

Magnesium

IJzer

Aluminium

Zilver

Mg

Al

Ag

Fe

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort

Kalium

Goud

Barium

Lood

K

Ba

Pb

Au

www.flippity.net

www.flippity.net

Opbouw van de les

Blok 1: H5.1 Verbrandingsproducten

Blok 2: oefenen met symbolen van atoomsoorten

Blok 3: H5.2 Naamgeving

Blok 4: H5.2 Verbrandingsreacties

Klassikale afsluiting

H5.2 Reactievergelijkingen opstellen

H 5.2 Leerdoelen

5.2.1 Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.

5.2.2 Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.

5.2.3 Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Systematische naamgeving

Triviale naam	Rationele naam
Water	Diwaterstofmonoxide
Keukenzout	Natriumchloride
Salmiak	Ammoniumchloride

Systematische naamgeving

H​2​​O

Water

Di-waterstof-mono-oxide

Telwoorden

getal	telwoord
1	mono
2	di
3	tri
4	tetra
5	penta

Telwoorden komen uit het oud-Grieks

Uitgang van de stofnaam

laatste element	uitgang
O	oxide
Cl	chloride
S	sulfide
F	fluoride
I	jodide
P	fosfide

In tandpasta zit fluoride

Twee afspraken

1. Het telwoord ‘mono’ voor het eerste element laat je weg.
   
2. Verbindingen tussen een metaal en O, Cl, S, F, I en P hoeven geen telwoord. 

Bij ijzeroxide hoef je geen telwoord te gebruiken

Werkwijze

Van molecuulformule naar systematische naam

Stap 1: Noteer de cijfers uit de formule en noteer het juiste telwoord.

Stap 2: Noteer de symbolen en noteer de naam erachter.

Stap 3: Zet de telwoorden en de namen in de juiste volgorde achter elkaar.

Werkwijze

Van molecuulformule naar systematische naam

Stap 1: Noteer de cijfers uit de formule en noteer het juiste telwoord.

Stap 2: Noteer de symbolen en noteer de naam erachter.

Stap 3: Zet de telwoorden en de namen in de juiste volgorde achter elkaar.

P​2​​Cl​5​​

2 = di

P = fosfor

5 = penta

Cl= chloride

Difosforpentachloride

Werkwijze

Van systematische naam naar molecuulformule

Stap 1: Noteer de telwoorden uit de formule en noteer het juiste cijfer.

Stap 2: Noteer de namen en noteer de symbolen erachter.

Stap 3: Zet de cijfers en de symbolen in de juiste volgorde achter elkaar.

N​2​​O​​​

distikstofmonoxide

di = 2

stikstof = N

mono = 1

oxide = O

Maken

Opdracht 1, 5, 6, 7

Leerdoelen

5.2.1 Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.

5.2.2 Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.

5.2.3 Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Verbrandingsreactie

brandstof + zuurstof -> één of meer -oxiden

Verbrandingsproducten

Element	Naam van oxide	Formule
Koolstof	Koolstofdioxide
Waterstof	Water
Zwavel	Zwaveldioxide

CO​2​​

H​2​​O

SO​2​​

Werkwijze opstellen reactievergelijking

Stap 1: Noteer de brandstof en zuurstof vóór de pijl

Stap 2: Noteer de verbrandingsproducten na de pijl

Stap 3: Maak de vergelijking kloppend

Voorbeeld 1

Geef de verbrandingsreactie van 

CS​2​​

Voorbeeld 1

Geef de verbrandingsreactie van 

Voor de pijl:

Na de pijl:  

 

CS​2​​

CS​2​​,O​2​​

CO​2​​,SO​2​​

Voorbeeld 1

Geef de verbrandingsreactie van 

Voor de pijl:

Na de pijl:  

Dus: 

CS​2​​

CS​2​​,O​2​​

CO​2​​,SO​2​​

CS​2​​+3O​2​​→CO​2​​+2SO​2​​

Voorbeeld 2

Geef de verbrandingsreactie van 

Voor de pijl:

Na de pijl:  

Dus: 

C​3​​H​8​​

Voorbeeld 2

Geef de verbrandingsreactie van 

Voor de pijl:

Na de pijl:  

Dus: 

C​3​​H​8​​

C​3​​H​8​​,O​2​​

CO​2​​,H​2​​O

C​3​​H​8​​+5O​2​​→3CO​2​​+4H​2​​O

Maken

Opdracht 2, 4, 8, 11, 13, 14

Terugblik leerdoelen

5.1.1 Je kunt aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.

 

Welke verbrandingsproducten ontstaan er bij de verbranding van C4H10

1. SO​2​​,H​2​​O
2. CO​2​​,H​2​​O
3. H​2​​O
4. CO​2​​,SO​2​​

Welke verbrandingsproducten ontstaan er bij de verbranding van CS2

1. SO​2​​,H​2​​O
2. CO​2​​,H​2​​O
3. H​2​​O
4. CO​2​​,SO​2​​

Terugblik leerdoelen

5.2.1 Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.

 

Wat is de molecuulformule van zwaveltrioxide?

Wat is de systematische naam van

P​2​​O​3​​

Terugblik leerdoelen

5.2.2 Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
 

Geef de reactievergelijking van de verbranding van

CH​4​​

Vooruitblik

In de volgende les leer je hoe je een reactievergelijking op kan stellen aan de hand van een omschrijving.