Engels 1DB blok 5 week 2

Engels 
blok 5
week 2
1db
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Engels 
blok 5
week 2
1db

Slide 1 - Tekstslide

Today
Recap of last week
Grammar
Exercises

Slide 2 - Tekstslide

Last week
Onregelmatige werkwoorden: werkwoorden die kunnen veranderen van vorm als je schrijft/praat over de verleden tijd.

Regelmatige werkwoorden: werkwoorden die een vaste vorm hebben als je schrijft praat over de verleden tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Today
Something that started in the past that is still going on vs. something that started in the past and is finished.

Slide 4 - Tekstslide

What is the difference between the sentences:
1.Jordy was a high school student in 2019.
2. Jordy has been a high school student since 2019.

Slide 5 - Open vraag

explanation:
Als je wilt vertellen/schrijven dat iets in het verleden is begonnen (bijv. een opleiding starten), maar het is nog steeds bezig dan gebruik je:
  •  have + voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld: Willem has lived in Otterlo since 2020.
Situaties in het Engels herken je aan de woorden: just, yet, already, since

Slide 6 - Tekstslide

De soorten zinnen: Positieve zin
I have seen that movie 10 times.
you have seen that movie 10 times.
he/she/it has seen that movie 10 times.
you /we/they have seen that movie 10 times.

Slide 7 - Tekstslide

De soorten zinnen: Negatieve zin
I have not seen that movie 10 times.
You have not seen that movie 10 times.
he/she/it has not seen that movie 10 times.
we/ you/ they have not seen that movie 10 times.

Slide 8 - Tekstslide

De soorten zinnen: Vraag zin
have I seen that movie 10 times?
have you seen that movie 10 times?
has he/she/it seen that movie 10 times?
have we/you/they seen that movie 10 times?

Slide 9 - Tekstslide

Joanne, how long ____________ (live) in Apeldoorn?
A
have you lived
B
have you live
C
has you lived
D
live you have

Slide 10 - Quizvraag

My cousin __________ (have) her own pet shop since 2011.
A
have have
B
has haved
C
has have
D
has had

Slide 11 - Quizvraag

We ________(be) to Portugal every year since 1991
A
have be
B
have been
C
has been
D
have was

Slide 12 - Quizvraag

You _______ (see) the new Avengers movie? [Negatieve zin]
A
has no see
B
has not seen
C
have not saw
D
have not seen

Slide 13 - Quizvraag

Let's get to work
Make the exercises on the hand-out. what do you need to do?
  • Write the sentences in the correct form: something that has started in past and is still going on. 
  • Use the previous slide to help you out.
  • if you want you can work with your neighbour.
  • You will have 20 minutes for this task.

Slide 14 - Tekstslide

Extra practice
Log in op www.studiemeter.nl
Ga bij de methodes van Engels
Ga naar de methode Can Do Online
Kik op Can Do MBO-Breed A2/B1/B2 (het niveau waarop je werkt)
Ga naar Unit 2

Slide 15 - Tekstslide

Extra practice
Klik op Grammatica
Klik op Verleden tijd en voltooid tegenwoordige tijd + toekomst
Maak: 
  • Verleden tijd: toen en precies 1 t/m 4 
  • Voltooid tegenwoordige tijd 1 t/m 4
  • Verleden tijd of Voltooid tegenwoordige tijd 1 t/m 2


Slide 16 - Tekstslide