woordenschat Strux hoofdstuk 4 Hygiëne

Waar denk je aan bij hygiëne?
noem 2 woorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij hygiëne?
noem 2 woorden

Slide 1 - Woordweb

hygiene 
bacterien 
schimmel 
schoon en netjes
witte of groene draadjes 
kleine beestjes die het eten bederven

Slide 2 - Sleepvraag

Verhitten is ................
A
bederven
B
heet maken

Slide 3 - Quizvraag

Deze bananen zijn
.................................
A
beschimmeld
B
verstreken
C
bedorven
D
verhit

Slide 4 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
de koopdatum
B
de houdbaarheidsdatum

Slide 5 - Quizvraag

Op welk product staat: een tenminste houdbaar tot datum?
A
gebak
B
vlees

Slide 6 - Quizvraag

Op welk product staat:
te gebruiken tot?
A
appels
B
vis

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heten deze kleine beestjes?
A
schimmels
B
bacteriën

Slide 8 - Quizvraag

Wat zie je op
dit brood?
A
hygiëne
B
schimmel

Slide 9 - Quizvraag


A
dit vlees is rauw
B
dit vlees is gaar

Slide 10 - Quizvraag

op welke foto zie je ongedierte?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
verhitten
B
bederven
C
hygiëne
D
kruisbesmetting

Slide 12 - Quizvraag

Als je voedselvergiftiging hebt,
heb je last van ...............
A
buikpijn
B
verkoudheid

Slide 13 - Quizvraag

vlees dat je bij de slager koopt is.......
A
door en door verhit
B
rauw

Slide 14 - Quizvraag

ongedierte is ........................
A
grappig
B
schadelijk

Slide 15 - Quizvraag