Sommige woorden eindigen met een achtervoegsel. Je kunt de betekenis van een achtervoegsel vaak zelf raden. Bijvoorbeeld: Mijn broer is een beoefenaar van taekwondo. Beoefen+aar=iemand die taekwondo beoefent.
Slide 12 - Tekstslide
Welk woord kan je voor -aar zetten?
A
brand
B
bewonder
C
dank
D
besmet
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord kan je voor -lijk zetten?
A
eer
B
brand
C
dank
D
liefde
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord kan je voor -heid zetten?
A
verminder
B
bak
C
werk
D
werkelijk
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord kan je voor -baar zetten?
A
aai
B
begrip
C
lui
D
werkelijk
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord kan je voor -aard zetten?
A
klap
B
bak
C
lui
D
dier
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord kan je voor -vol zetten?
A
minder
B
meer
C
overblijf
D
begrip
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noemen we stukken van een woord die je achter verschillende woorden kunt plakken?
A
voorvoegsels
B
voegwoorden
C
tussenvoegsels
D
achtervoegsels
Slide 19 - Quizvraag
Oefening
Welk woord met een achtervoegsel past bij de volgende woordbetekenissen?
Slide 20 - Tekstslide
zonder waarde
Slide 21 - Open vraag
elke week
Slide 22 - Open vraag
je kunt ze wassen
Slide 23 - Open vraag
met veel humor
Slide 24 - Open vraag
geen gevoel
Slide 25 - Open vraag
Oefening
woorden met achtervoegsels
In de volgende dia's moet je een woord opschrijven dat past bij de omschrijving. Dit is een woord met een achtervoegsel.