Samengestelde (prijs)indexcijfers, 07-03-2022

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: pauze
35 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
commerciële calculatiesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: pauze
35 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Het aantal meisjes in de klas is toegenomen met 2%. Er is hier sprake van een....
A
absolute verandering
B
relatieve verandering
C
verandering in procentpunt

Slide 2 - Quizvraag

Vroeger 17% van de klas man. Nu 20% van de klas man. De verandering in procentpunten bedraagt
A
3%
B
17,6%

Slide 3 - Quizvraag

Basisjaar verleggen
Het oude prijsindexcijfer van jaar 8 is 150. Dit stel je gelijk aan 100. Het indexcijfers van jaar 1 was 100 en wordt nu?
A
73,3
B
66,7
C
85,3
D
117,3

Slide 4 - Quizvraag

Uitwerking
NieuweBasisjaarJaar100
150100100=66,7

Slide 5 - Tekstslide

Bereken de indexcijfers
van jaar 2012 t/m 2016.
Het basisjaar is 2015.
A
95 - 99 - 98 - 100 - 103
B
96 - 99 - 97 - 100 - 103
C
96- 99 - 98 - 100 - 103
D
96% - 99% - 98% - 100% - 103%

Slide 6 - Quizvraag

Bereken de indexcijfersvan jaar 2012 t/m 2016.  
Het basisjaar is 2015.

Basisjaar 2015 = 100 = € 4,60
4,40/4,60 *100 = 95,6 afgerond 96

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de indexcijfers
van jaar 2012 t/m 2016.
Het basisjaar is 2013.
A
97 - 100 - 99 - 101 - 105
B
103 - 100- 102 - 105 - 106
C
97% - 100% - 99% - 101% - 105%
D
(-3%) - (0%) - (-1%) - (+1%) - (+5%)

Slide 8 - Quizvraag

Bereken de indexcijfersvan jaar 2012 t/m 2016.  
Het basisjaar is 2013.

Basisjaar 2013 = 100 = € 4,54
4,40/4,54 *100 = 96,9 afgerond 97

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je kan het samengestelde ongewogen indexcijfer berekenen.
- Je kan het samengestelde gewogen indexcijfer berekenen.

HUISWERK: Opdracht 13 t/m 16
Indexcijfers

Slide 10 - Tekstslide

Samengesteld ongewogen prijsindexcijfer
  • Als iedere artikelgroep even zwaar meetelt heb je het samengesteld ongewogen prijsindexcijfer.
  • Samengesteld omdat het gemiddelde prijsindexcijfer is samengesteld uit verschillende artikelgroepen.
  • Ongewogen omdat iedere artikelgroep even zwaar meetelt.

Slide 11 - Tekstslide

Geeft een huishouden aan iedere artikelgroep evenveel geld uit? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Open vraag

Wegingsfactor
Omdat een huishouden niet aan iedere artikelgroep evenveel geld uitgeeft, werkt het CBS met een wegingsfactor.
Omdat huishoudens meer uitgeven aan wonen & energie, tellen die uitgaven zwaarder mee dan de uitgaven aan vervoer.

Slide 13 - Tekstslide

Samengesteld gewogen indexcijfer
  • Omdat het CBS aan iedere artikelgroep een ander gewicht geeft, is het cpi een samengesteld gewogen indexcijfer.
  • Samengesteld omdat het cpi is samengesteld uit verschillende artikelgroepen.
  • Gewogen omdat iedere artikelgroep een andere weging heeft en daarom verschillend meetelt in de berekening van het cpi.

Slide 14 - Tekstslide

CPI

Slide 15 - Tekstslide

CPI (samengesteld ongewogen) 

Slide 16 - Tekstslide

CPI (samengesteld ongewogen) 
Het samengesteld ongewogen indexcijfer is hier 106,9

Som van alle indexcijfer
Het aantal indexcijfers
1292,9
   12

Slide 17 - Tekstslide

CPI (samengesteld gewogen)

Slide 18 - Tekstslide

Consumentenprijsindex (samengesteld gewogen)
Stappen om het cpi te berekenen:

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  


Slide 19 - Tekstslide

Samengesteld gewogen CPI

Slide 20 - Tekstslide

CBS: ... stijgt voor derde maand op rij.
In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4%. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2% meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Welk woord moet op de ... komen?
A
inflatie
B
deflatie
C
koopkracht
D
prijsindexcijfer

Slide 21 - Quizvraag


A
In 2016 is het CPI 103
B
In 2016 is het CPI 105
C
In 2016 is het CPI 113

Slide 22 - Quizvraag

Uitwerking
100(30110)+(40100)+(30100)=103

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Uit de computerbranche in Nederland zijn de volgende cijfers van de afgelopen jaren verzameld:

Slide 24 - Tekstslide

Het samengesteld ongewogen indexcijfer voor de computerverkopen van 2012 bereken je als volgt:

Slide 25 - Tekstslide

Stap 1
1. Maak gebruik van de enkelvoudige indexcijfers voor de verkopen in stuks


De enkelvoudige indexcijfers voor de hoeveelheid verkochte stuks staan in de bovenstaande tabel.
Deze hoeven we dus niet meer te berekenen.

Slide 26 - Tekstslide

Stap 2
2. Bereken de waarde van de hoeveelheid stuks in het basisjaar



De waarde van de hoeveelheid stuks in het basisjaar is als volgt:

Tablets: 250.000 stuks x € 695,- = € 173.750.000,- ( = 173,8 mln.)
Computers: 5.000.000 stuks x € 495,- = € 2.475.000.000,- (= 2.475 mln.)

Slide 27 - Tekstslide

Stap 3
3. Bereken het samengesteld gewogen indexcijfer met behulp van een formule

Slide 28 - Tekstslide

Maken opgave 3 en 4 H9:6 
blz. 295

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? 

Opdracht 3 en 4 van Hoofdstuk 9 Paragraaf 6 Samengestelde Indexcijfers
Toets gaat over geheel H7 en H9 alleen de CPI.  


timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 31 - Quizvraag

Bereken het samengesteld gewogen indexcijfer.

Slide 32 - Open vraag

Uitwerking

Slide 33 - Tekstslide