10.3 Krachten samenstellen

10.3 Krachten samenstellen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.3 Krachten samenstellen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Terugblikken practicum
Leerdoelen
Uitleg en aantekeningen 10.3 
Oefenen, oefenen en oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken practicum
Hoe werkt het nou?
  1. Bepaal de nulstand van de veer oftewel 0N
  2. De massa van de gewichten kun je omrekenen in Newton met de formule: Fz = m * g
  3. Bepaal wanneer 1N, 2N en 3N
  4. Maak vervolgens een goede schaalverdeling tussen de stappen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
10.3.1 Je kunt situaties beschrijven waarin twee krachten elkaar opheffen.
10.3.2 Je kunt de resultante berekenen als twee (of meer) krachten in dezelfde richting werken.
10.3.3 Je kunt de resultante berekenen als twee krachten in tegenovergestelde richting werken.
10.3.4 Je kunt twee krachten samenstellen door een nauwkeurige tekening op schaal te maken.
10.3.5 Je kunt de grootte van getekende krachten bepalen met behulp van een krachtenschaal.

Slide 4 - Tekstslide

Krachten in dezelfde beweegrichting...
worden bij elkaar geteld.

Slide 5 - Tekstslide

Krachten in tegenovergestelde richtingen.
worden van elkaar afgehaald.
Krachten
Resultante kracht (netto)

Slide 6 - Tekstslide

10.3 Krachten samenstellen
De resultante is de optelsom van alle krachten, ook wel nettokracht of somkracht genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de resultante kracht?
A
290 N rechts
B
290 N links
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de resultante kracht?
A
490 N rechts
B
490 N links
C
150 N rechts
D
150 N links

Slide 9 - Quizvraag

Waar gaat deze boot heen? 

Slide 10 - Tekstslide

Krachten samenstellen
  • Soms heb je krachten die in 
      verschillende richtingen werken.
  • Om dan de resultante te vinden 
      moet je de krachten samenstellen. 
  • Beide de grootte en richting van de resultante kracht zijn hier van belang.

    Slide 11 - Tekstslide

    Krachten samenstellen
    -----------------------------
    ---------------------------------
    -----------------------------
    Parallellogram methode

    Slide 12 - Tekstslide

    Parallelogram
    1. Kies een geschikte schaal.
    2. Teken de krachten op schaal onder de juiste hoek (net als twee zijden van een parallelogram).
    3. Maak de parallelogram af.
    4. Teken een pijl van het beginpunt naar het tegenoverliggende hoekpunt.
    5. Meet de lengte van de pijl, en bereken de grootte.

    Slide 13 - Tekstslide

    10.3 Krachten samenstellen

    Slide 14 - Tekstslide

    Twee krachten op één boot
    • Waarheen vaart de boot?
    • Wat wordt de nettokracht?
    • Let op de werklijnen en de vectoren!

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Tekstslide

    Paragraaf 10.3 krachten samenstellen
    Als krachten in andere richtingen gaan wordt het lastiger om krachten op te tellen, we gebruiken daarvoor de parallellogram methode. 

    Bij deze methode gaan we de krachten zo tekenen dat er een parallellogram ontstaat.

    Slide 19 - Tekstslide

    Samenvatting:
    • Krachten die langs dezelfde lijn liggen kun je bij elkaar optellen om de resultante kracht te bepalen.
    • Krachten die in verschillende richtingen werken kun je samenstellen, en met een parallelogram kun je de resultante kracht bepalen.

    Slide 20 - Tekstslide

    Aan de slag
    Lees 10.3 zelf goed door. 
    Ga samen met je klasgenoot aan de slag met het werkblad. 

    Heb je het werkblad af? 
    Kijk het na met het nakijkmodel. 
    Ga vervolgens aan de slag met de opgaves van 10.3

    Slide 21 - Tekstslide