4.7 Grammatica (les 9 do)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui
  • klascode yryox
De les start en je bent stil:
timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui
  • klascode yryox
De les start en je bent stil:
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen vorige les / bespreken huiswerk
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les: met exit ticket


Slide 2 - Tekstslide

Soorten werkwoorden
  • zelfstandig werkwoord
  • hulpwerkwoord 
  • koppelwerkwoord

Slide 3 - Tekstslide




ZWW zelfstandig werkwoord
  • duidelijke betekenis, 
  • iemand DOET iets
  • hoort bij het werkwoordelijk gezegde



KWW koppelwerkwoord: zijn, worden, blijven
  • geen duidelijke betekenis
  • iemand IS iets
  • hoort bij het naamwoordelijk gezegde

HWW hulpwerkwoord
  • geen duidelijke betekenis
  • kan niet alleen in een zin staan
  • kan bij wg en ng
Soorten werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

4 / 150

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 5 / 151

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan gezegde (p.249)
  1. Doet het onderwerp iets? Ja => wg. Nee, ga verder naar 2.
  2. Koppelwerkwoord worden, zijn, blijven in de zin? Ja, ga naar 3.
  3. Kun je het kww vervangen door een ander kww? Ja => ng.

Bij ng is het onderwerp iets. Dat stukje hoor bij het naamwoordelijk gezegde.

Wij willen kampioen worden. => wisseltruc
Wat willen wij worden? => kampioen.
ng = willen kampioen worden

Slide 8 - Tekstslide

Werkmoment: maken
  1. 4.7: maak opdracht 7 en 8.
  2. Kijk na met de antwoorden in Teams.
  3. Hoeveel heb je er goed? Welke opdracht vond je lastig?
  4. Klaar? Laat zien en doe wat voor jezelf.

13.50 uur exit ticket
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • Volgende les verder met 4.7 grammatica.
  • Neem je boek (deel b) mee. We werken in het boek.

Slide 10 - Tekstslide

Exit ticket
  1. Wat zijn de drie koppelwerkwoorden?
  2. Hoort een zelfstandig werkwoord bij het wg of het ng?
  3. Bij een ng: doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?

wg: werkwoordelijk gezegde
ng: naamwoordelijk gezegde

Slide 11 - Tekstslide

Exit ticket
  1. De drie koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven.
  2. Een zelfstandig werkwoord hoort bij het werkwoordelijk gezegde.
  3. Bij een naamwoordelijk gezegde IS het onderwerp iets.

Slide 12 - Tekstslide

Woorden 4.5

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link