Noteer in een paar zinnen het laatste wat je las in Dagen van gras.
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
Literatuurgeschiedenis
Ik kan de hoofdlijnen schetsen van de Nederlandse literatuur in de middeleeuwen.
Slide 4 - Tekstslide
De cultuur van een land - wat het aan literatuur en kunst, dans en muziek voortbrengt - wordt gevormd door accidentele invloeden van buitenaf en door stromingen en stijlen die over de wereld waaien.
Gerrit Komrij
Slide 5 - Tekstslide
Periodes
middeleeuwen (500-1500)
renaissance (1500-1700)
verlichting (1700-1800)
romantiek en realisme (1800-1900)
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
Maak opdracht 1 op blz. 217:
1. Noteer voor jezelf zoveel mogelijk over wat je over dit tijdperk weet. Dit mag in steekwoorden.
2. Wat is het grootste verschil tussen toen en nu?
timer
2:00
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Wissel uit in je groepje. Noteer de beste/belangrijkste termen op het gezamenlijke blad.
We bespreken dit zo klassikaal.
timer
5:00
Slide 8 - Tekstslide
Middeleeuwen
standenmaatschappij
1 geloof: zonde, berouw, duivel
eer en schande: hoofsheid
eercultuur: collectieve moraal
Slide 9 - Tekstslide
Middeleeuwse verhalen
ridderromans: karel- of arthurroman
geestelijke literatuur: heiligenlevens,
exempel (Marialegende)
dierverhalen: symboliek, kritiek,
Reinaert de Vos
Slide 10 - Tekstslide
Middeleeuwse verhalen
orale cultuur: boekdrukkunst nog niet uitgevonden, verhalen onthouden: op rijm gezet
geen boeken voor kinderen
3
7
blauw
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
1. Neem blz. 216 t/m 220 door. Vul waar nodig je aantekeningen die je net gemaakt hebt aan
2. Maak opdracht 2 t/m 4 (in tweetallen)
Slide 12 - Tekstslide
Evaluatie
Kies drie woorden die het best passen bij de middeleeuwen: