Gezondheid en voeding - Les 4 (Slaap en waakritme) BGER 1

Slaap- en waakritme
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slaap- en waakritme

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is slapen belangrijk voor jou?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies van slaap
  • Ontspanning lichamelijk
  • Ontspanning geestelijk
  • Positieve invloed op de geheugen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • Het lichaam groeit.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • weefsels vernieuwen zich.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uren slaap jij?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van ....??
A
Biologische Klok
B
Leeftijd
C
Tijdstip
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door slecht slapen verminderd:
  • datgene wat je moet onthouden​

  • het concentratievermogen​ 

  • het spraakvermogen ​ 

  • de reactiesnelheid​ 

  • de besluitvaardigheid​ 

  • het gevoel voor tijd en ruimte(planning)​ 

  • de fysieke gezondheid.​ 
  • het vermogen om emoties te hanteren​

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaapcyclus
In een gemiddelde nacht doorlopen we 4 tot 5 slaap cyclussen, iedere slaapcyclus duurt zo’n 90 tot 120 minuten. Alle cyclussen hebben min of meer dezelfde structuur en volgen elkaar op.

  • 1e fase,  is de overgang van wakker zijn –> naar slapen. De hersenactiviteit wordt lager en het aantal bewegingen van je ogen (ook al zijn je ogen dus dicht) neemt ook af. Deze fase duurt maar een paar minuten.
  • 2e fase, Hier begint eigenlijk pas echt de slaap, maar nog steeds een lichte slaap.
  • 3e fase, In deze fase vindt er een overgang plaats tussen de lichte slaap en de diepe slaap. Er komt meer regelmaat in je ademhaling, je hartslag daalt, en je spieren ontspannen.
  • 4e fase, Dit is de laatste fase van de echte diepe slaap. Je ademhaling en hartslag zijn nu op zijn laagst. Dit is de fase die ervoor zorgt dat je lichamelijk herstelt.
  • Fase 5: REM slaap
  • In deze fase is er zeer veel hersenactiviteit en veel beweging van de ogen. Nu is het brein bezig met ”dromen”, herinneringen en informatie worden verwerkt. Niet alleen je brein is nu actief, ook lichamelijk vindt er activiteit plaats.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slaap waakstoornis
  • komt vaak voor bij mensen met een depressie
  • angst
  • andere psychische aandoeningen
  • bij veranderingen
  • bij andere ziektebeelden zoals dementie 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaap stoornissen
* Een slaapstoornis is een stoornis in het slaapwaakpatroon.
* Het is een medische aandoening, dus er kan een diagnose worden gesteld.
slaapstoornissen of ziektebeelden: 
  • Slaapapneu (Iemand met slaapapneu stopt vaak met ademen tijdens de slaap. )
  • Narcolepsie (een zeldzame ziekte waarbij u overdag vaak plotseling in slaap valt
  • Rustelozebenen (is een neurologische bewegingsstoornis)
  • Parasomnie (verzamelnaam voor ongewoon gedrag of ongewone bewegingen tijdens de slaap.)
  • Insomnie (betekent letterlijk 'geen slaap)
  • Hypersomnie (gekenmerkt door dagelijks terugkerende en meerdere perioden van slaperigheid.)

Slide 12 - Tekstslide

Slaapapneu betekent 'niet ademen tijdens de slaap'. Iemand met slaapapneu stopt vaak met ademen tijdens de slaap. De adempauzes duren 10 seconden of langer. Van de 100 mensen heeft waarschijnlijk 1 persoon slaapapneu.

Narcolepsie is een zeldzame ziekte waarbij u overdag vaak plotseling in slaap valt. Overdag bent u bijna altijd slaperig, ook als u genoeg geslapen heeft. 's Nachts wordt u regelmatig even wakker. Narcolepsie begint meestal tussen de leeftijd van 15 en 35 jaar.

Het rusteloze benen syndroom (ofwel restless legs syndroom, afgekort RLS) is een neurologische bewegingsstoornis. Hierbij is sprake van een niet tegen te houden neiging om uw benen te bewegen als u in rust bent. Dit gebeurt meestal ’s avonds en ’s nachts. U kunt het onprettige gevoel ook in uw armen, romp, handen of voeten hebben.

Parasomnia is de verzamelnaam voor ongewoon gedrag of ongewone bewegingen tijdens de slaap. Bij parasomnia lijkt het alsof iemand wakker is, maar in werkelijkheid slaapt hij en weet niet wat hij doet.

Insomnia is slapeloosheid en betekent letterlijk 'geen slaap'. Ruim 7% van de Nederlanders heeft regelmatig tot vaak last van slapeloosheid. Bij de meeste mensen is de klacht kortdurend en heeft het te maken met tijdelijke stress, heftige emoties of kortdurende lichamelijke ziekten.

Als u overdag erg slaperig bent, dan kunt u last hebben van hypersomnie. Onder hypersomnie verstaat men een medische conditie gekenmerkt door dagelijks terugkerende en meerdere perioden van slaperigheid. Deze slaperigheid kan uw dagelijks leven negatief beïnvloeden. U bent moe, gedeprimeerd en heeft vaak hoofdpijn.

welke factoren kunnen het slaap waakritme verstoren

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

factoren
  • voeding en drankjes (koffie, thee, alcohol)
  • slaapomgeving (temperatuur, geluid)
  • slaapcomfort (bed)
  • licht/donker 
  • pijn, ongemak, angst, stress
  • verstoord bio ritme (nachtdienst)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 interventies; bevorderen van slaap
  • Verpleegplan (wensen en gewoonten). 
  • Observeren
  • Warmte toedienen
  • Goede activiteitprogramma overdag (dagindeling)
  • Beweging
  • Voeding
  • Omgeving

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaap medicatie
  • Probeer eerst andere interventies
  • Slaapmedicatie wordt voorgeschreven door de arts
  • Observeer de werking en het slaap-waakritme
  • Geeft de medicatie pas als de zorgvrager klaar is om te gaan slapen ( toilet is geweest, bed is in orde)
  • slaapmedicatie werkt verslavend/gewenning treed al snel op

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies