5.4 voor een handvol stuivers

1 / 12
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Leerdoel: ik kan uitleggen wat de werk-, en leefomstandigheden van de arbeidersklasse waren in de snel groeiende industriesteden tijdens de Industriële Revolutie.

Slide 2 - Tekstslide

Tegengestelde belangen tussen de fabriekseigenaren en de arbeiders.
  • Fabrikanten:
  1. Fabrieken, machines waren erg duur, , grondstofprijzen waren hoog=> snel kosten terugverdienen, met zoveel mogelijk winst. Gevolg: producten zo goedkoop mogelijk proberen te maken. Probleem: alleen op arbeidskosten kon bezuinigd worden, kon door overschot aan arbeiders=> gevolg lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden tijdens Industriële Revolutie.

Slide 3 - Tekstslide

  • Arbeiders moesten zo hard mogelijk werken=> gevolg: nachtarbeid in ploegendienst. 12 urige werkdag, pauzes gingen van je werktijd af=> gevolg: volwassenen, de kinderen kregen te weinig nachtrust=> daardoor ongelukken met de machines die niet veilig waren. 
  • Fabrikanten deden niets ter verbetering=> arbeiders nog harder werken en ongelukken waren hun eigen probleem.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit waarom de arbeiders en fabrikanten tegengestelde belangen hadden tijdens de Industriële Revolutie.

Slide 5 - Open vraag

Wat ga je doen:

Maken digitaal werkboek par 5.4 
vraag 59, 62, 63, 70, 71, 72, 74, 78. 
Opnieuw maken van vragen die gewist zijn.

Als je klaar bent met de vragen kun je:
Mag maken samenvatting/ woordweb/ succescriteria par. 5.4 
Begrippen in quizlet zetten en oefenen.

Leren par 5.2, 5.3 





timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Leerdoel: ik kan uitleggen waarom de steden groeiden, welke leefomstandigheden de arbeidersklasse mee te maken had. 

Slide 8 - Tekstslide

Urbanisatie en groei industriesteden.
  • Door de stoommachines in de 19e eeuw konden fabrieken overal gebouwd worden, dus ook in steden. 
  • In korte tijd groeiden dorpen uit tot grote steden en kwamen er nieuwe  industriesteden bij. 
  • De trek van mensen van platteland naar steden en de verstedelijking noemen we urbanisatie. Het was goedkoper om een fabriek te bouwen waar de grondstoffen waren. 

Slide 9 - Tekstslide

Leefomstandigheden arbeiders waren slecht.
  • Fabrikanten wilden de arbeiders zo dicht mogelijk bij fabrieken: veel en te kleine woningen gebouwd. 
  • Geen aandacht voor: aanleg van waterleiding, riolering, straatverlichting, afvalverwijdering, verharding van straten en stegen. Gevolgen: de stad was smerig, onoverzichtelijk, stonk, ongezond.  
  • Grote gezinnen in te te kleine woningen, die waren vuil van buiten en vanbinnen, ze aten veel te weinig en niet gevarieerd eten. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat ga je doen:

Maken digitaal werkboek par 5.4 
vraag 59, 62, 63, 70, 71, 72, 74, 78. 
Opnieuw maken van vragen die gewist zijn.

Als je klaar bent met de vragen kun je:
Mag maken samenvatting/ woordweb/ succescriteria par. 5.4 
Begrippen in quizlet zetten en oefenen.

Leren par 5.2, 5.3 


timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link