5.4 voor een handvol stuivers

Fabrikanten en arbeiders

5.4 De sociale kwestie
(voor een handvol stuivers)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Fabrikanten en arbeiders

5.4 De sociale kwestie
(voor een handvol stuivers)

Slide 1 - Tekstslide

Vraag
Leg uit wat de gevolgen van de uitvinding van het waterframe en de stoommachine waren voor de huisnijverheid en de steden.

Eerder klaar: Leg uit wat het verband is tussen de agrarische en de demografische revolutie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: ik kan uitleggen wat de werk-, en leefomstandigheden van de arbeidersklasse waren in de snel groeiende industriesteden tijdens de Industriële Revolutie.

Slide 3 - Tekstslide

Kijkvraag
Noem 3 dingen die je uit het filmpje zijn opgevallen over de arbeids- en leefomstandigheden van de arbeiders.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Tegengestelde belangen tussen de fabriekseigenaren en de arbeiders.
  • Fabrikanten: willen veel winst maken.
  • Vaste kosten: Fabrieken, machines waren erg duur, grondstofprijzen waren hoog.
  • Alleen op arbeidskosten kon bezuinigd worden=> mogelijk door overschot aan arbeiders=> gevolg lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden.
  • Arbeiders moesten te lang werken=> slaaptekort veel ongevallen door onveilige machines. Fabrikanten lieten nog meer werken, ongelukken probleem arbeiders.

Slide 6 - Tekstslide

Urbanisatie en groei industriesteden.

  • In korte tijd groeiden dorpen uit tot grote steden en kwamen er nieuwe  industriesteden bij. 
  • De trek van mensen van platteland naar steden en de verstedelijking noemen we urbanisatie. Het was goedkoper om een fabriek te bouwen waar de grondstoffen waren. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leefomstandigheden arbeiders waren slecht.
  • Fabrikanten wilden de arbeiders zo dicht mogelijk bij fabrieken: veel en te kleine woningen gebouwd. 
  • Geen aandacht voor: aanleg van waterleiding, riolering, straatverlichting, afvalverwijdering, verharding van straten en stegen. Gevolgen: stad stonk, was smerig, onoverzichtelijk, ongezond.  
  • Grote gezinnen in te te kleine woningen, die waren vuil van buiten en vanbinnen, ze aten veel te weinig en gevarieerd eten. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

geef een antwoord op de vraag:
Leg uit waarom de arbeids- en leefomstandigheden van de arbeiders slecht waren te noemen.

Eerder klaar: Leg uit wat het verband is tussen de industriële revolutie en de agrarische revolutie.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag





Maken werkboek par 5.4 
vraag 59, 62, 63, 70, 71, 72, 74, 78. 

Gebruik hierbij de tekst in je leerboek van paragraaf 5.4 



Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
par: 5.5 
Modern imperialisme
Veranderende verhouding West Europa, Afrika en Azie

Slide 15 - Tekstslide